Atletiek met passie en doorzettingsvermogen.
Boven op de tribune, in
de brandende zon, met zicht op de polstokhoogbak stond de trainer. Ton Eijkenboom.
Olympische Spelen Atlanta 1996.
Het werd een
gedenkwaardige meerkamp. Tweeëntwintig atleten boven de 8000 punten. De pupil
van Ton, Jack Rosendaal, eindigde bij deze tienkamp op de 21e plaats. Eijkenboom
had zijn eigen entrée kaartjes gekocht voor veel dollars. Zelf had ik via via
voor een prikkie ook kaartjes voor deze memorabele Centennial Games.
We deelden de passie voor
atletiek en een gemeenschappelijke opleiding CIOS-Overveen. Plus het feit dat we sporten leuk vonden:
turnen en volleybal. Daar had Ton, in tegenstelling tot mezelf, ook in uitgeblonken vertelde hij vaak.
De eerste keer dat ik de
verhalen in geuren en kleuren hoorde was in de Algarve. 1989. Ik sloot aan met
mijn atleten bij het trainingskamp van, de op dat moment vigerende bondscoach meerkamp, Eijkenboom. Toen kantelde ook mijn begrip over voorspelling.
Een voorspelling in de wetenschap is een vorm van beschrijven van het te verwachten toekomstige gedrag van een object, of verschijnsel.
Ton had het meestal al
van te voren bedacht, in gedachten voor zich gezien. Dat projecteerde hij dan
op zijn werkelijkheid. Dat kwam altijd uit. Zo voorspelde hij uitslagen en
resultaten. Dat iemand anders het anders zag was geen probleem want dan legde
hij gewoon op zijn manier nog een keer uit. Dat deed hij iedere dag -tig keer
ook aan zijn atleten. Vol vuur en met volle programma’s en met stopwatch en
meetlint in de hand. Dat was zijn manier. Ton kon dat als geen ander
overbrengen.
Dat op het trainingskamp
daar in het voorjaar dan vraagtekens bij gezet werden of dat er sowieso vragen gesteld werden, vond hij maar raar. Bij zijn voorspelling: dat de afstand die je achteruit kon
springen ook de hoogte was die je kon hoogspringen, gingen mijn atleten uit hun
dak: de prestaties lees hoogten waren goed voor wereldrecords….
Zij twijfelden daar waar
Ton’s atleten met volle overtuiging doorgingen en zichzelf overstegen. Trossen medailles en een diversiteit aan kampioenschappen op het palmares van Ton bij diverse verenigingen
waren het resultaat.
Want Ton was iedere dag
op de atletiekbaan. Uren, dagen, maanden in weer en wind soms wel 15 keer per
week. Toen doctoren allang hadden gezegd dat het niet meer kon, voorspelde Ton
dat hij nog 25 jaar door zou gaan. Ook nu kreeg hij weer gelijk. Want de
uitspraak deed hij in 1997 (ruim 20 jaar dus).Wat Ton voor elkaar kreeg is
ongekend in de atletiekhistorie bij topclubs in Nederland. Hij maakte een eigen club die top prestaties
leverde en creëerde een eigen prestatie cultuur bij wel 5 clubs in ruim 50 jaar
zoals PAC-Av NOP- AV34.
Een atletiekbaan zonder
Ton is moeilijk voor te stellen. De rode konen boven een fleece jack. Moeilijk
lopend na een heupoperatie, later met stok en de laatste tientallen jaren rond crossend met
een scootmobiel. We botsten, we praatten, we verschilden van mening maar we bleven praatten, hadden verschillende inzichten maar bleven in gesprek. "Ton hier!"
Een voorbeeld van passie
voor atletiek. Beloond met een koninklijke onderscheiding maar vooral met een
levende erfenis: oud atleten staan nu aan de basis bij talentvolle junioren her
en der in het land. Met passie die is geïnspireerd op resultaat (of dat nu was
in Emmeloord, Seoul, Sydney of Atlanta) van het harde werken met Ton Eijkenboom.
Comments