Stien
Ze leed al langer aan longfibrose, een zeldzame en ernstige longziekte, maar overleed nog onverwacht. De stoere politie-agente uit het Ard en Keessie tijdperk: Stien Kaiser. Toch stond ze niet echt in de schaduw van de mannen. In 1968 werd ze al gekozen tot Sportvrouw van het jaar, nadat ze haar Wereldtitel allround had geprolongeerd in Helsinki.
De tijden van Ans Schut, Carry Geijssen en een Atje Keulen Deelstra waren goed maar Stien Kaiser was een klasse apart. Zo heeft Stien Kaiser drie periodes aan de top van de Adelskalender gestaan: eerst van 5 maart 1967 tot 23 februari 1969 (721 dagen), een tweede keer van 16 januari 1971 tot 17 januari 1971 (1 dagen) en ten slotte van 21 februari 1971 tot 16 januari 1972 (329 dagen). In totaal heeft Stien Kaiser 1126 dagen aan de top van dit fictieve klassement (van de kleine vierkamp)gestaan.
De in Delft geboren Kaiser (20 mei 1938) beleefde haar hoogtijdagen aan het eind van de jaren ’60 en de beginjaren ’70. 'Laat' begonnen met sport bleek geregeld dat haar 'hoge leeftijd' een extra obstakel was om echt ruim baan te krijgen.. Kaiser was nog maar 25 jaar oud.
Stien Kaiser moest begin jaren zestig een flinke strijd voeren met de schaatsbond om überhaupt te kunnen rijden. Zo werd ze tegengewerkt toen haar gewestelijke trainer haar voordroeg om mee te gaan op trainingskamp naar Noorwegen met de nationale selectie. In 1964 werd ze door de bestuurders van de bond ook gepasseerd voor de Olympische Spelen van Innsbruck omdat ze net als Carry Geijssen te oud zou zijn. Zoals gezegd Kaiser was op dat moment slechts 25 jaar.
Volgens de bestuurders was dat echter een leeftijd voor vrouwen om huisvrouw te worden. De 22-jarige Willy de Beer mocht wel naar de Spelen. In die tijd werd schaatsen nog als een typische mannensport gezien. Vrouwen deden destijds vooral aan kunstrijden op de schaats, zoals Sjoukje Dijkstra, de eerste Nederlandse olympisch kampioene (1964).
Op het Olympische ijs van Sapporo (1972), waar ook Ard Schenk zou schitteren, vloog ze naar goud op de 3000 meter. Haar voorsprong op de nummer twee, de Amerikaanse Dianne Holum, van 6,53 seconden is nog altijd de grootste in de geschiedenis van het Olympische vrouwenschaatsen. Bovendien won ze zilver op de 1500 meter. Dat was beter dan vier jaar te voor toen ze twee brons pakte op die afstanden..
Kaiser verkocht haar olympische oogst van 1972 om de financiële gevolgen van een scheiding te verzachte Ze noemt haar medailles van Sapporo alles behalve mooi. "Het waren lelijke medailles", vertelt ze in het boek Olympische medaille winnaars op papier. "Achteraf krijg je misschien spijt en had je ze voor de kleinkinderen willen bewaren. Maar de emotionele waarde is te weten wat je hebt bereikt."
Ik herinner me de zwart wit beelden slechts vaag. Maar onder het witte Noorse mutsje zat een kapsel wat ik heel goed kende. Het kapsel van mijn moeder. Met krulspelden ingezet en een fraaie lok op het voorhoofd. Stoer.
Christina Wilhelmina (Stien) Kaiser (Delft, 20 mei 1938 – 23 juni 2022)
Comments