Mavo-advies
Lees net dat er een soort van campagne is over hoe het allemaal begon op de MAVO.
Minister, operazangeres, cabaretier, topsporter, top kok. De carrière van deze mensen begon op de M.A.V.O.: Dieuwertje Blok maar ook Bettine Vriesekoop en zelfs Youp van het Hek. ‘Belachelijk dat er vaak met dedain over wordt gepraat’, zegt iemand in het boek met de titel: Mavoklanten.
Ik dacht direct toen ik het las; WAT begon er allemaal? Ik ben zelf een ulo-big. Tenminste zo werd er nog over gesproken toen in het schooladvies kreeg. De ULO-school in het dorp bleef nog jaren die naam houden onder de mensen. Ook al heette het allang MAVO. Mijn moeder was blij met het schooladvies. Zelf had mijn moeder lagere school net afgerond toen de oorlog begon. Nu wilde ze graag dat ik een betere opleiding kreeg.
Ik ging net als mijn neef naar de christelijke MAVO in Siddeburen.
Zelf was ik niet echt bezig met het vervolg op de lagere school. Geen idee ook over de testen. Ik wentelde me in onwetendheid. Keek op tegen de bollebozen (Chris Mossel, Bert Haan, Geertje en Itie, Langeland, Anita Louters) in de klas, die naar havo of gymnasium gingen. Wie er naar de technische school of huishoudschool gingen? Geen idee. Gros ging, net als ik naar de MAVO/HAVO.
De school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (afgekort mavo) was een Nederlandse schoolsoort, volgens artikel 9 van de Wet op het voortgezet onderwijs, in de wandelgangen de Mammoetwet genoemd, ingevoerd 1968. Deze schoolsoort is de opvolger van de (m)ulo: (meervoudig) uitgebreid lager onderwijs.
Ik ging dus naar een gewone mavo. Ik wist dat als ik gymleraar wilde worden ik sowieso dan ook nog de HAVO moest doen. Het eerste jaar (1972) MAVO was niet mijn beste jaar. Het jaar was dramatisch begonnen met de dood van mijn vader. Hij wist van mijn droombaan als gymnastiek leraar en had nog net meegekregen dat ik aardig kon ’atletieken’. Dat begon met de MAVO. Brugklas mavo bepaalde ook al een deel van het vervolg: wiskundig inzicht was knudde, een talenknobbel leek ik ook niet te hebben. Bleef aan het eind van de streep over; biologie, boekhouden, aardrijkskunde en geschiedenis (plus verplicht Nederlands en Engels).
Beter bekend als soep-pakket: van alles wat, maar wel vloeibaar. Anderen spraken van pret-parket. Voor mij was het wel prettig die variëteit. Wat hielp was dat ik goede en vooral enthousiaste docenten had. Mevrouw Evenhuis voor biologie die als jonge energieke lerares begon. Twee verschillende vakken van de strenge Walraven die zeer gestructureerd lesgaf in geschiedenis en aardrijkskunde. De gezellige lessen van een breed geïnteresseerde van Dijk (jager en bioloog). Plus de inspirerende lessen met geweldig bloemrijke lezingen en leuke opdrachten bij Nederlands van Sjouke Sytema. Bleef over de onbegrijpelijke Haantje voor Engels (misschien wel een van de matigste leerkracht die ik ooit meemaakte qua lesgever en methodiek/didactiek). Daar begon dus ook mijn interesse in de Nederlandse taal (schrijven), de combinatie van aardrijkskunde en geschiedenis (reizen) en ook wat leeft en bloeit en altijd weer boeit (biologie). Dat ik grondbeginselen Duits, Frans en Engels kreeg was ook mooi meegenomen. Net als boekhouden wat later bijna direct een middenstand diploma opleverde. Heel algemeen vormend dus.
Ik voelde me wel, nu ik er over nadacht een mavo-klant. Wat het meeste hielp, voor mij, op de MAVO was de kleinschaligheid en het schoolse systeem onder leiding van Klaas Vos. Het was schools met huiswerk, het was een kleine gemeenschap met aandacht voor elkaar en het was ‘netjes’. Geen rare dingen, wel regeltjes en ook strafwerk: peuken ruimen, groenstrook doorwerken met de prikstok, fietsenstalling schoonvegen etc.. Nog steeds gebruik ik pijltje, bolletje en hokje (zoals in het boek: GEO geordend) als ik in de tekst onderscheid wil maken: belangrijk, opsomming, accent.
Maar ook de eerste smok, de eerste verkering. Plus muziek. Muziekles, muziek in de lunchpauze, en muziek op feestjes. Heel veel liedjes uit de jaren zeventig op mijn favorieten lijstje. Zaken die je nu niet uit kan leggen. Een andere tijd, een andere beleving en een heel ander gevoel. We hadden geen app, laat staan een telefoon cirkel want er was geen mobieltje, sterker nog we hadden tot 1976 niet eens een gewone telefoon thuis.
Waar kwamen ze terecht of hoe kwamen ze terecht die leerlingen van cohort 1972-1976? Een klein groepje sprak ik veertig jaar na het examen om onze reünie voor te bereiden. We waren verspreid over de vier economie sectoren. We waren het eens dat we de keuze om daarna nog een (hbo) studie te doen niet bij ons was opgekomen. De rest sprak ik op de reünie en de meeste waren na de mavo een beroepsopleiding gaan doen, ook een grote groep door naar de HAVO (soort van uitgestelde beroepskeuze) en niemand direct aan het werk dacht ik. Wel was het gros in de provincie blijven wonen en werken, soms zelfs in hetzelfde dorp.
Waar kwamen we dus terecht? Op plekken die we kenden veelal. Bij de plaatselijke middenstand, in de sociale omgeving waar verzorging centraal stond, maar ook in verpleging, in het onderwijs en bij de overheid. Een enkeling haalde een titel in het vervolgtraject: bachelor of zelfs master. Maar het begon allemaal op de MAVO. In het oog springende leerlingen van de Christelijke MAVO Siddeburen:
Twee belanden in de lokale politiek: Martin Viel (SP) en Fre Bos (CDA).
Zo speelden Frits en Klaas Wolf plus Fenno de Boer in een bandje die in het Noorden aan de weg timmerden.
Is Harry Dijkema later vijf jaar leraar geweest op onze mavo (toen genaamd Fivel-college).
Schopte Gerard Lenting, ik dus, het tot bondscoach atletiek in Nederland, Qatar en Brazilië.
Niet gek voor een mavo-klantje.
Comments