krantje
Krantje
Ik vertrok op de eerste dag van het weekend weer uit de kou, maar met een warm gevoel, en met het nodige papierwerk. Krantenpapier wel te verstaan. Heerlijk. Natuurlijk krijg je smerige handen en stinkende nagels van de kranteninkt maar dat deerde nu even niet. Een fysieke krant. Lekker. Zaterdag krantendag! Soms zondags even een Engelse krant maar da’s toch minder.
Oppakken van de stapel, niet direct het bovenste exemplaar want daar zitten kreukels in en scheuren in het eerste katern, uit de stapel pakken en even controleren of de bijlage ingevouwen zit. Eerst de Volkskrant, het is nog vroeg, maar ook jawel lang gemist maar hij ligt er ook al de NRC.
Krantje meneer? Ook zo’n kreet die ik mis. (Eigenlijk nog meer die van de vertrouwde man bij de achterkant van het station in Haarlem, uitgang Kennemerzijde. Die ’s morgens vroeg tussen het slurpen van de koffie door “krantje”‘ lispelde waarbij dan zo’n dun ademstootje als mist uit zijn mond kwam Ja, dankuwel. En je mikte twee kwartjes op het schoteltje, en pakte met dezelfde achteloze gebaar de Volkrant van hem aan.)
De NRC, goh, dat kun je dus echt missen.
Al eerder had ik bij bezoek uit Nederland gevraagd om ‘n Volkskrant van zaterdag en als bonus zat er ook de maandageditie bij plus het AD dit ivm de Olympische Winter Spelen die totaal aan Qatar voorbij gingen. Twee weken op kunnen teren. Snel koppensnellen, lekker grazen, en dan de ‘zware’ stukken en nog een keer doorpluizen of je niks gemist hebt. De twaalfde man twee keer doen. Nu lees ik regelmatig de electronische versie en bezoek de weblog van Bert Wagendorp. Maar het haalt het niet bij de papieren versie. Je moet het in handen hebben, weg kunnen leggen en weer de draad oppakken samen met een koekje en de koffie.
NRC.
“ Het is zo’n aardige jongen”, zei mijn hospita. Jannie had het over de bezorger van het NRC. Hij zwaaide altijd (deed ook keurig het tuinhekje dicht) en zelfs als ze hem tegen kwam bij het boodschappen doen in de stad herkende hij haar. En dan verklaarde ze lachend “Ik zweer bij het Haarlems Dagblad, maar dat weet hij natuurlijk niet”. (De oprechte Haerlemsche Courant en eerste echte krant volgens de Haarlemmers dan.) Ik zat op het CIOS en had een abbonement op de NRC Handelsblad. Dat kon ik me permiteren omdat ik een bijbaantje had en zodoende geld opzij kon leggen naast het pensioengeld van de spoorwegen die mijn studie financierden. Een luxe. Toen ik later op een kamer in Elswout terecht kwam pikte de eerste dagen mijn huisbaas (Harry Prenen, de vriend en illustrator van Godfried Bomans) de krant in. Toen ik hem daar op aansprak zei hij: “ Oh, ik verwachte niet dat een sportjongen dat las..........”.
Weer later nam ik er een abbonnement op de Volkskrant bij. Heerlijk als ochtend en avond vulling. Eentje voor het ontbijt en eentje voor het slapen gaan. Hoewel ze soms wel erg lang opgestapeld naast de stoel bleven liggen tot een moment van vrijheid gevonden was. Kilo’s lranten soms in dozen omdat ik altijd verwachte nog wel een keer tijd te hebben voor zo’m moment om alle zeer interessante teksten te lezen. Dus een deel lezen, opzij leggen wat nog een keer lezen waard was of nog ongelezen bleef inverband met (te vewachten leesbaarheid) en dan maar uit uitscheuren en dat later mogelijk nog een keer lezen. Jaren lang dit ritueel volgehouden. En later ook menig kerstmis gedeeld met mijn goede vriend en collega Charles. Chocomelk, muziekje uit de jaren zeventig, en lezen maar, de hele kerstdag. Heerlijk.
Nu verheug ik me weer op zo’n moment. Ik laat de kranten in de gele schiphol tas zitten, wacht een week en val zo weer in mijn oude ritueel. Het nieuws is nieuw voor mij. De achtergronden komen nog een keer aanbod. En lekkere hapjes als de columns en de sportpagina’s bewaar ik tot het laatst.
Wat kan het leven toch goed zijn; simpel en (h)eerlijk.
© 2006 gerard lenting
Ik vertrok op de eerste dag van het weekend weer uit de kou, maar met een warm gevoel, en met het nodige papierwerk. Krantenpapier wel te verstaan. Heerlijk. Natuurlijk krijg je smerige handen en stinkende nagels van de kranteninkt maar dat deerde nu even niet. Een fysieke krant. Lekker. Zaterdag krantendag! Soms zondags even een Engelse krant maar da’s toch minder.
Oppakken van de stapel, niet direct het bovenste exemplaar want daar zitten kreukels in en scheuren in het eerste katern, uit de stapel pakken en even controleren of de bijlage ingevouwen zit. Eerst de Volkskrant, het is nog vroeg, maar ook jawel lang gemist maar hij ligt er ook al de NRC.
Krantje meneer? Ook zo’n kreet die ik mis. (Eigenlijk nog meer die van de vertrouwde man bij de achterkant van het station in Haarlem, uitgang Kennemerzijde. Die ’s morgens vroeg tussen het slurpen van de koffie door “krantje”‘ lispelde waarbij dan zo’n dun ademstootje als mist uit zijn mond kwam Ja, dankuwel. En je mikte twee kwartjes op het schoteltje, en pakte met dezelfde achteloze gebaar de Volkrant van hem aan.)
De NRC, goh, dat kun je dus echt missen.
Al eerder had ik bij bezoek uit Nederland gevraagd om ‘n Volkskrant van zaterdag en als bonus zat er ook de maandageditie bij plus het AD dit ivm de Olympische Winter Spelen die totaal aan Qatar voorbij gingen. Twee weken op kunnen teren. Snel koppensnellen, lekker grazen, en dan de ‘zware’ stukken en nog een keer doorpluizen of je niks gemist hebt. De twaalfde man twee keer doen. Nu lees ik regelmatig de electronische versie en bezoek de weblog van Bert Wagendorp. Maar het haalt het niet bij de papieren versie. Je moet het in handen hebben, weg kunnen leggen en weer de draad oppakken samen met een koekje en de koffie.
NRC.
“ Het is zo’n aardige jongen”, zei mijn hospita. Jannie had het over de bezorger van het NRC. Hij zwaaide altijd (deed ook keurig het tuinhekje dicht) en zelfs als ze hem tegen kwam bij het boodschappen doen in de stad herkende hij haar. En dan verklaarde ze lachend “Ik zweer bij het Haarlems Dagblad, maar dat weet hij natuurlijk niet”. (De oprechte Haerlemsche Courant en eerste echte krant volgens de Haarlemmers dan.) Ik zat op het CIOS en had een abbonement op de NRC Handelsblad. Dat kon ik me permiteren omdat ik een bijbaantje had en zodoende geld opzij kon leggen naast het pensioengeld van de spoorwegen die mijn studie financierden. Een luxe. Toen ik later op een kamer in Elswout terecht kwam pikte de eerste dagen mijn huisbaas (Harry Prenen, de vriend en illustrator van Godfried Bomans) de krant in. Toen ik hem daar op aansprak zei hij: “ Oh, ik verwachte niet dat een sportjongen dat las..........”.
Weer later nam ik er een abbonnement op de Volkskrant bij. Heerlijk als ochtend en avond vulling. Eentje voor het ontbijt en eentje voor het slapen gaan. Hoewel ze soms wel erg lang opgestapeld naast de stoel bleven liggen tot een moment van vrijheid gevonden was. Kilo’s lranten soms in dozen omdat ik altijd verwachte nog wel een keer tijd te hebben voor zo’m moment om alle zeer interessante teksten te lezen. Dus een deel lezen, opzij leggen wat nog een keer lezen waard was of nog ongelezen bleef inverband met (te vewachten leesbaarheid) en dan maar uit uitscheuren en dat later mogelijk nog een keer lezen. Jaren lang dit ritueel volgehouden. En later ook menig kerstmis gedeeld met mijn goede vriend en collega Charles. Chocomelk, muziekje uit de jaren zeventig, en lezen maar, de hele kerstdag. Heerlijk.
Nu verheug ik me weer op zo’n moment. Ik laat de kranten in de gele schiphol tas zitten, wacht een week en val zo weer in mijn oude ritueel. Het nieuws is nieuw voor mij. De achtergronden komen nog een keer aanbod. En lekkere hapjes als de columns en de sportpagina’s bewaar ik tot het laatst.
Wat kan het leven toch goed zijn; simpel en (h)eerlijk.
© 2006 gerard lenting
Comments