Kerkepad fietstochtje




Wie broez’n naar ‘Daam.
Diana en ik gaan op kerkenpad.
Dus snellen we door het mooie landschap met de trein Appingedam en dan rustig verder met de OV-fiets. Appingedam is een fotogeniek stadje wat vermoedelijk ontstaan is rond 1100. 
Op een van de dijken langs ‘t Damsterdiep of een van de voorlopers daarvan: bij de kruising van de Delf, de Groeve, de Groote Heekte en enkele handelswegen ontstond ‘Daam.





Mijn kennis van de Groninger kerken is zeer beperkt. De uren die doorbracht in de huidige kerk van Slochteren is een te kleine basis. Mijn kerk, zeg ik voor het gemak, wordt gevormd door wat eens het dwarsschip was van een kruiskerk uit de 13e eeuw. “De parochie die deze liet kerk bouwen bestond al in 1291, zo blijkt uit een opgetekend conflict tussen Slochteren en naburige kerspelen met de dekens van Loppersum”.
Vandaag dus op onderzoek en gaan we in spoor van Sipke van der Land door het Hogeland op Kerkepad. Medio jaren zeventig was dit op tv een publiekstrekker van de  (ook!) NCRV.
We starten in Appingedam waar ze een ander soort Gronings praten. Ik lees op Wikipedia: “De voertaal in Appingedam was in de middeleeuwen Fries. Dit blijkt ook uit overgeleverde Oudfriese wetsteksten. Het Fries werd als gevolg van de Hanzehandel en de invloed van de stad Groningen aan het einde van de middeleeuwen verdrongen door het Nederduits”.
Grunnegs zal ik weinig horen merk ik later.

Door de gunstige ligging aan de Delf, die een open verbinding met de zee vormde, groeide de nederzetting in korte tijd uit tot een belangrijk handels- en marktcentrum. Appingedam werd de hoofdplaats van het Friese gewest Fivelingo.
Appingedam was een belangrijk regionaal marktcentrum. De groei van de stad bleek ook uit de omvang van de romanogotische Heilige Mariakerk, die halverwege de 14e eeuw de Nicolaikerk werd en in deze periode als het ware met de stad meegroeide. Romanogotiek is in feite een nog grotendeels romaanse bouwstijl waarbij gotische (met name spitsbogen en rijke ornamenten) vormen werden toegepast.
De zaterdagmarkt op het pleintje zorgt voor reuring rond de Maria Kerk, die helaas gesloten is voor bezoek.

De route hebben we gepikt van de orgelroute die een week eerder in de Volkskrant stond. We fietsen langs de hangende keukens en verder langs een steenfabriek, een kalkoven, langs eeuwenoude boerderijen en even later dwars door vogelbroedgebied naar Jukwerd.
We rijden langs de door kunstenaar Rieks Pepping in 1981 voor 1 gulden aangekochte zaalkerk. Een koopje, we zouden ook zo gedaan hebben.

We zien even later de tussen bosschages verscholen liggende romanogotische Mariakerk (13de eeuw), op een verhoogd kerkhof, met diep rode bakstenen.

Kraiwerd is aanderhaalve man en peerde kop: minder dan honderd inwoners en nog geen vijftig huizen.
De kerk gebouwd door toedoen van een edele weduwe Tyadeke (volgens de kroniek van Bloemhof) heeft sindsdien verschillende verbouwingen ondergaan, maar heeft toch grotendeels haar middeleeuwse uitstraling behouden.

Krewerd is zeer bekend vanwege de aanwezigheid van het oudste orgel van Groningen (1531) en het enige gemetselde doksaal (een houten of stenen wand die in de kerk het schip scheidt van het priesterkoor).



Het is tien uur geweest dus is het “Pronkje” open. Voorgekomen uit een theeschenkerij tegen over de kerk heeft Thea Stuyling nu een kleine uitspanning aan de andere kant van de kerk. We krijgen in de tuin gezelschap van een man die geboren blijkt te zijn in dit dorpje. Zijn vader was beurtschipper. In de late middeleeuwen was het Krewerdermaar gegraven, waardoor het dorp een vaarverbinding kreeg met het Damsterdiep. In het dorp werd een haventje aangelegd voor de beurtschipper; vervoer van personen, goederen en turf. Van de een op de andere dag ging het gezin naar Winschoten om daar als melkboer aan de kost te komen. Uiteindelijk zette hij het voort tot de invoering van de euro. Diana en ik krijgen het familieverhaal er gratis bij. Na deze ‘vertraging’ trappen we door naar ons volgende kerkje in Glìns.

Op dat moment weten we nog niet dat daar echt een geweldige schat (aan informatie op diverse fronten) op ons ligt te wachten. In de krant lazen we alleen over het beroemde Schnitger orgel.


Godlinze l(in het Gronings Glìns) igt aan het einde van het Godlinzemaar. De wierde van het dorp werd in een ver verleden, eerst als een podium aangelegd en groeide uit tot een kunstmatige rechthoekige heuvel (met een diameter van zo’n 375 meter), opgeworpen, op een oeverwal van de Fivelboezem en werd in de loop der tijd opgehoogd tot 6,22 meter, waarmee deze heden ten dage tot de hoogste wierden van Groningen behoort.
Maar zo aan het begin van de jaartelling moet er al bewoning hebben plaats gevonden. Op de wierde ligt op het hoogste punt de Pancratius kerk. Met daarom heen een gracht die nooit droog valt omdat het met welwater continu aangevuld wordt.

De kerk was in eerste instantie gebouwd van tufsteen en waarschijnlijk niet langer dan twee traveeën. Omstreeks 1150 werd de kerk echter verlengd naar het westen met een kleiner formaat tufsteen. In de 13e eeuw werd de kerk in baksteen uitgebreid en werden de muren verhoogd. Destijds werd het gebouw ook voorzien van meloengewelven.
In de noordmuur is de laat-romaanse aard van de bouw het best bewaard gebleven. Volgens C.H. Peters dateert het van buiten vijfzijdig en van binnen halfronde koor uit de tweede helft van de 15e eeuw. In het koor bevindt zich ook een 15e-eeuwse sacrament nis De spitsboogvensters dateren uit de 16e eeuw. Zo staat te lezen in de informatie die voor in de kerk ligt.

M.L.L. Hoeksema-du Pui is al sinds 1986 sleutelbewaardster en voor haar betrokkenheid en werk is ze in 2009 koninklijk onderscheiden. Als ik de sleutel kom halen in de Peperstraat, de rondweg) ossengang) rond de kerk, komt ze zelf mee en vertelt honderd uit.
Over de restauratie in 1571, omdat de kerk toen nog net in de rooms-katholieke traditie kon worden hersteld. De opdracht hiertoe werd gegeven door de Groninger bisschop Knijff. Volgens haar zijn de aangebrachte decoraties in een, voor dit type kerk, zeldzame renaissancestijl.


Op eem cartouche in het middelste schipgewelf is een tekst aangebracht, die betrekking heeft op deze restaturatie Deze tekst luidt:
"int iaer 1571 is desse kercke neis gere/parert unde ghestoffert bii tiden als den/ erbaren errentfeste luit klant io[n]cker unde hoveli[n]ck / toe godlinse d[ominus] io[ann]es buter ia[n]es ianse[n] peter abels kerckvogeden weren"


In het rijk versierde koorgewelf is midden in de sluitring plaats gemaakt voor de afbeelding van het Lam Gods. Ook zijn er schilderingen van de heiligen Christoffel, Patrick en natuurlijk ook (volgens oude kronieken) de beschermheilige Pancratius. Verder een vrouw met een klokrok en een man met mantel, plus vier figuren hangend aan een lelietak in Spaanse kledij afgebeeld. Diana maakt enorm veel foto's van deze details.

We verbazen ons ten slotte nog over de Moorse invloeden in de versiering (iemand uit Spanje?). Het lijkt ook wel stippelkunst van de Aboriginals. We sluiten met de sleutelbewaardster af wij stappen op en zij schuifelt naar haar huisje in de Peperstraat.

Nog steed is het moeilijk voor te stellen hoe dit allemaal is ontstaan.
Zo was er eerst een grote dekzandvlakte, later toendra landschap, weer later getijden bekkens alles is nu bedekt met een dikke laag klei. Nu is akkerbouw en veeteelt op grote percelen. Her en der liggen grote en oude (slecht onderhouden) boerderijen. We gaan door naar Leerms.



De kerk in Leermens is vernoemd naar de heilige Donatus. In het interieur bevinden zich schilderingen uit de periode 1400-1450 Op het bankje aan de achterkant van kerk kijken we uit over het mooie Groningse land en nemen even pauze om wat te eten en te drinken voor we verder gaan in de richting van Eenum.Eenum Het oudste bakstenen kerkje in de provencie werd gebouwd in het laatste kwart van de 12e eeuw.




Zeerijp

Deze kruiskerk met hoge gewelven, en spitsboogvensters is in de eerste helft van de 14e eeuw gebouwd door kloosterlingen van Feldwerd. Er is weinig veranderd aan deze, aan Jacobus de Meerdere gewijde kerk. Het exterieur past duidelijk bij de vroege gotiek, terwijl de overwelving eerder bij het laat romaans hoort. De kerk heeft vijf traveeën met een vijfzijdige koorsluiting aan de oostkant. De portalen aan noord- en zuidzijde hebben ronde bogen en zijn ‘Moors’ gedecoreerd (een verwijzing naar de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela?).


Loppersum.

De sleutel in Loppersom krijgen we bij het ene adres niet maar bij het andere wel.  De aan Maria gewijde noordkapel bevat laat-vijftiende-eeuwse schilderingen over het leven van Maria. Daarnaast zijn verschillende zestiende-eeuwse schilderingen in de kerk te zien. De schilderingen op de koorwanden en de Mariakapel zijn aan het eind van de jaren vijftig van de 20e eeuw teruggevonden.



We fietsen via Eenum terug naar ons startpunt.

Wat een dag. Wat een indrukken.

Snel (we zitten in de eerste shift, tegenwoordig zijn er vanwege de coronmaatregelen  in diverse restaurants twee keuzes: vroeg of laat. we zijn in de eerste shift van 17. uur) terug naar Stad om wat te eten met Jochem en Daniella. Ik sluit me aan bij  de vegetarische wensen van het drietal.
We eten buiten op terras, vangen een paar spetters, fietsen naar huis en gaan moe/rozig/vol slapen.


PS.

Het gebied rond Loppersum, waar we vandaag fietsten, is keer op keer in het nieuws vanwege aardbevingen als gevolg van de aardgaswinning. De materiele maar vooral ook de emotionele schade is daar groot.
In de nacht van zaterdag op zondag was er rond vijf over vier een aardbeving van 2.4 in onze provincie. Het epicentrum lag bij Startenhuizen. Vijf minuten later volgde een lichte naschok met een kracht van 0.9, lag op dezelfde plek.





foto credits: eigen foto's Gerard Lenting



bronnen:








Comments

Popular Posts