zwart
Ik
fietste naar De Stad. Rechts van me zag ik kano’s. Leden van GKV stapten in het Hoornsediep. Als
Zwarte Piet in een kano. Oh ja, dacht ik, vandaag is de intocht van Sint in Groningen per boot. Eenmaal over de Grote Markt lopend richting de Martinikerk was ik
het kinderfeest al weer vergeten.
Helemaal toen ik binnen over de speciale markt liep. Een “unieke Brocantefair met 40 bekende Brocanteurs uit heel Nederland” las ik op de aankondiging. Met mijn sportkloffie was ik de vlag op een modderschuit. Buiten lag er genoeg modder maar iedereen binnen was op chique. Een speciaal sjiek met veel laarzen en gebreide vesten onder gelakte grijs blonde coiffures bij de te nette dames. Heel veel, zeg maar, hockey-vrouwen en kouwe kak. Gelukkig ook veel huisvrouwen die gewoon gekleed waren en gewoon op zoek waren naar gewone decoratieve spullen die hier gewoon te koop waren. Alleen maar autochtone Nederlanders. Dus Nederlanders (in de zin van etniciteit) die onderling verbonden zijn door een vermeende gemeenschappelijke geschiedenis, cultuur, taal en afstamming
Op de terug weg over de Vismarkt viel me weer op hoeveel talen er om me heen gesproken werden. Duits, Spaans, Engels maar ook een soort Chinees (en natuurlijk Gronings). Zijn dit allemaal buitenlanders, vroeg ik me af? Want uit een onderzoekje blijkt dat vijf jaar na het afstuderen nog ongeveer vier op de tien studenten in Nederland woont. Groningen kent bijna tienduizend buitenlandse studenten waarvan velen met een kleurtje. Ik steek over en voor me valt een Hulp Pietje. Ik help hem overeind en de moeder, een jonge Antilliaanse, pakt hem op. Ik krijg een lach van haar terug. Ze zijn er vroeg bij want het duurt nog even voor de Goed Heiligman komt.
Helemaal toen ik binnen over de speciale markt liep. Een “unieke Brocantefair met 40 bekende Brocanteurs uit heel Nederland” las ik op de aankondiging. Met mijn sportkloffie was ik de vlag op een modderschuit. Buiten lag er genoeg modder maar iedereen binnen was op chique. Een speciaal sjiek met veel laarzen en gebreide vesten onder gelakte grijs blonde coiffures bij de te nette dames. Heel veel, zeg maar, hockey-vrouwen en kouwe kak. Gelukkig ook veel huisvrouwen die gewoon gekleed waren en gewoon op zoek waren naar gewone decoratieve spullen die hier gewoon te koop waren. Alleen maar autochtone Nederlanders. Dus Nederlanders (in de zin van etniciteit) die onderling verbonden zijn door een vermeende gemeenschappelijke geschiedenis, cultuur, taal en afstamming
Op de terug weg over de Vismarkt viel me weer op hoeveel talen er om me heen gesproken werden. Duits, Spaans, Engels maar ook een soort Chinees (en natuurlijk Gronings). Zijn dit allemaal buitenlanders, vroeg ik me af? Want uit een onderzoekje blijkt dat vijf jaar na het afstuderen nog ongeveer vier op de tien studenten in Nederland woont. Groningen kent bijna tienduizend buitenlandse studenten waarvan velen met een kleurtje. Ik steek over en voor me valt een Hulp Pietje. Ik help hem overeind en de moeder, een jonge Antilliaanse, pakt hem op. Ik krijg een lach van haar terug. Ze zijn er vroeg bij want het duurt nog even voor de Goed Heiligman komt.
Het
begint te spetteren en ik besluit koffie te gaan drinken bij Doppio. De
eigenaar begroet me en ik ga bij de leestafel zitten. Mijn zaterdag ritueel:
krant-koffie-koek. Ook de krant heeft een ritueel voor mij. Eerst de
hoofdzaken, hoofdlijnen en opvallende zaken. Dan eerst de columns algemeen, dan
de strips, dan sport en als laatste de column van Paul Onkenhout. Ik lees het
interview met Foppe de Haan als hoofdgerecht. Paul is het toetje.
Ik
herken het verhaal van Foppe, het is niet opeens nieuw bepaalde zaken te lezen,
maar het is wel weer raak. Typerend voor de leraar in de coach. Ik denk aan
mijn lieve jongens in Qatar. Jonge atleten met wortels in het Arabisch Schiereiland
en Afrika. Zwarte islamieten. Ik respecteerde de tijden voor het bidden en
wilde meer weten over hun geloof.
Gisteren
was het de dag van het zwarte bewustzijn in Brazilië: Dia
da Consciência Negra.
Wat het inhield vroeg ik ieder jaar weer. Als enige blanke tussen allemaal donkere atleten
kon ik me makkelijk van de domme houden. Om me heen waren koosnamen met: Negrão,
en Café schering en inslag. Met voorouders
uit Afrika hebben veruit de meeste Brazilianen wel een spoor van zwart in zich.
Vorig jaar heeft Gabriel (een zwarte atleet uit de favela) wel twee weken lang
de 'Pepernoten Samba' gezongen nadat ik die op Facebook had gezet. Ze vonden het
geweldig het feest van de heilige Nicolaas (heiligen zijn belangrijk voor de
katholieke Brazilianen) en dat ik dan ook nog zong en een samba danste. Dat er
helpers waren die zwarter waren geschminkt dan zijn eigen huid vond hij
vermakelijk.
Het is droog geworden. De weg afgezet voor de
koffietent: ruim baan voor heel veel Zwarte Pieten en Sinterklaas. Er
klonk ook muziek: Rosamunde (zonder de zang van Danny Christian).
Als ik terug naar huis fiets,
peddelt een vrouwelijke Zwarte Piet door het Noordwillemskanaal richting het
clubhuis van de GKV. Iets minder zwart. Het heeft geregend. Ik loop door de modder
naar mijn huisje. Mijn Aspire jas houdt me warm. Ik denk aan Diana, mijn eega, die me een foto
stuurde. Ze heeft een hoofddoek op uit Bahia, een staat met heel veel donkere Brazilianen. Mooi dat ze in Rio de Janeiro ook
een beetje zwart is. Ik val op zwart namelijk.
foto: Diana Nijboer.
Comments