kop en staart

Het moet natuurlijk (dit met lichte stemverheffing uitgesproken) kop en staart (dit met licht vragende toon uitgesproken) hebben (dit met licht afgeknepen n uitgesproken)....
Zo klinkt het in mijn hoofd: het moet natuurlijk wel een kop een staart hebben.
Volgens mijn leraar Nederlands op de MAVO
Dank Sjouke!

Eigenlijk iedere keer. Bij heel veel stukjes.

Gisteren naar De Dijk.

Het voorprogramma beloofde weinig goeds. Of eigenlijk heel veel goeds. Maar de geluidsman had zich er met een jantje van leiden van afgemaakt en eigenlijk was dat maar goed ook. Paarlen voor de zwijnen. Het gros van de grijze duiven tortelde dat het een lieve lust was en knaagde nootjes, nipte aan een wijntje, bekeek de what'sapp berichtjes en oh ja luisterde met een half oor naar Charl Delemarre (1990). Jammer leuke muziek en fijne teksten ook. Een talentvolle belofte.

De Dijk had er zin an. Voor de vijftigste keer in de Oosterpoort zei Huub. Zal wel. Hij heeft met zijn doorleefd hoofd (hij ziet er wel heel oud uit, zei een meisje twintiger tegen haar vader veertiger) heel wat te doen in De stad: sex-drugs-r&r.
Het was typisch een van der Lubbe actie. Tussen neus en lippen door iets melden en dan weer zijn Ian Dury doet Michael Jackson imitatie. Maar als hij het (te krappe) colbertje heeft uitgedaan dan blijft het doordenderen. Pas na drie keer weer terugkomen gaat het licht aan (mag het licht uit is het laatste nummer).
Geertje en ik doen nog een klein biertje en vergapen ons aan de 40+ disco die in de foyer plaats heeft. Als we buiten staan blijkt haar fiets gestolen. Alweer. Het lijkt er op dat de gespecialiseerde dieven een loper hebben voor de dure dames gazelle fietsen. Geen slijpsel, geen doorgeknipte kabel, nee niks is er waar eerst haar fiets stond.
Na een dijk van een concert met de staart tussen de benen naar huis.


nog even nagenieten: Allemansplein.
met de klassieke zin:
Maar het was toen nog niet wat het nooit zal zijn.

We wisten van niks
We dachten in het groot
De tijd was aan ons, niemand ging dood
We dronken, zongen op het allemansplein
Iedereenslied of hoe mooi het ging zijn.
We wisten het zeker
Als hoop en geloof, met hartstocht beleden worden is er geen kloof
Tussen wat je graag ziet, en hoe of het is
Met iedereen samen kan het niet mis
De wereld een vrijplaats het leven een lied
Maar wat we toen dachten wisten we niet
Het leven was simpel de wereld was klein
Maar het was toen nog niet wat het ook nooit zal zijn.
Maar hij wilde willen dat het werkelijk kon
Vrede voor altijd voor iedereen zon
Op onze afghaanse jassen in een park op het gras
Droomden we samen hoe het mogelijk was
In drie accoorden op een halve gitaar
Met marx in je rugzak en een bloem in je haar
Het leven was simpel de wereld was klein
Maar het was toen nog niet wat het nooit zal zijn.
Het leven was simpel, de wereld was klein
Maar het was toen nog niet wat het ook nooit zal zijn.
Niets dan de toekomst stond voor ons in de weg
Een paar dingen regelen in goed overleg
Als het water ging stijgen kocht je een boot
Wie mee wou kon mee, geen zorgen geen nood
Zo voeren we weg, zonder kaptein
De zeilen bol van ons rotsvast refrein
Met een heilig geloof in ons gammel kompas
En we zagen niet dat het niet was wat het was.
Het leven was simpel, de wereld was klein
Maar het was toen nog niet wat het ook nooit zal zijn.
De zee bleek veel groter dan we hadden gedacht
Er stak een storm op van aloude macht
De hemel betrok, het lied werd een vonk
De haven onvindbaar het anker was zoek
Er kwamen een hoop niet terug van de reis
Die zijn ergens gestrand die betaalden de prijs.
Het leven was simpel, de wereld was klein
Maar het was toen nog niet wat het ook nooit zal zijn.
Het leven was simpel, de wereld was klein
Maar het was toen nog niet wat het ook nooit zal zijn.
Ik weet het niet zeker, ik weet niks zeker meer
Kreeg ik de kans wie weet ging ik weer
Wie niet durft te hopen, loopt het mooiste mis
Ook al gaat het nooit worden wat het nooit is
Ook al zal het nooit worden wat het nooit is
Ook al gaat het nooit worden wat het nooit is.

Comments

Popular Posts