feest-dagen

De feestdagen.

Pasen is het belangrijkste feest op de christelijke kalender. Op de bijbelscheurkalender was  de lijdenstijd ieder jaar weer duidelijk. We lazen bij de middagmaaltijd en kort stukje en na de avondmaaltijd een langer stuk uit de bijbel met een verklarende tekst. Net als de schoolvakanties rondom de feestdagen Pasen – Pinksteren en Kerst gepositioneerd waren op de kalender. Feestdagen die bij ons in huis nooit echt feest waren. Het waren bijzondere dagen met bijzondere kerkdiensten maar met voor ons ‘gewone’ zondagse gewoonten. Dus zondagse kleren, geen activiteiten, pudding toe en op de koffie bij oma en op de thee bij opa en oma.
Was er nog de kerststol als lekker broodje, paasbrood was een stukje sukade in een brood en niet lekker, Pinksteren kende bij ons geen lekkernij. 

Verjaardagen dan. Was dat geen feest. Mijn moeder probeerde dat wel maar voor mij hoefde het niet. Zelf werd ik dikwijls uitgenodigd, waar ik dan wel naar toe moest,  maar mijn moeder wilde per se dat ik ook vriendjes uitnodigde voor mijn eigen verjaardag. Het enige leuke was dat ik het middageten mocht kiezen. Steevast stamppot bruine bonen, met worst en warme melk. Als toetje custard vla. Dat was het. Mijn moeder bakte cake voor de visite  en voor de kinderen kwamen daar dan wat vruchtjes uit de weck op. Vaak was ik in de passie tijd jarig dus dan was soms nog wat extra’s.
Het was dan meer iets voor de ouderen begreep ik. Als ik al in bed lag, kwam er visite. De directe familie zeg maar. Maar veel was dat ook niet. (In de zin hiervoor stond eerst op bed maar dat schreef ik omdat Gronings dacht, maar bij herlezen dacht ik dat het een Germanisme was. Als in zu bett gehen, te bed(de) gaan).

De kerstboom kwam in een emmer met geel zand te staan. De boom zonder kluit werd buiten in de emmer gezet en dan naar binnen gedragen. Als het op de plek stond, naast de schoorsteen in de voorkamer, kon het versieren beginnen. Dit alles het werk van mijn vader en moeder.  Mijn favoriet was een gekleurd vogeltje met een witte staart. Verder was er een leuk donker rood/paars kerstklokje, een vogelhuisje, een goudkleurige denappel. Om op te hangen verder nog een doos met inpakpapier waar in  mat zilverkleurige  ballen lagen te verstoffen. Plus natuurlijk de glimmende piek. Maar die zat in een apart hard mint groen doosje.  De lampjes op het groen snoer, die om onverklaarbare redenen altijd in de knoop kwam te zitten.  Zilveren slingers complementeerde het geheel. Mijn moeder de versierselen en mijn vader de piek en dan nog rood crêpe papier om de emmer en onze boom opgetuigd. Ieder jaar hetzelfde. Een dag of tien een kerstboom in huis. Geen kunstsneeuw op de takken. Geen engelenhaar tussen het groen. Geen brandende kaarsen. Geen koudvuur sterretjes en ook geen koekjes of zoetigheid met strikjes in de boom. Laat staan kakdoos onder de boom.

De gemengde rollade moest besteld worden. Soms nam mijn vader dan ook een stuk leverworst er bij of vleeswaren. Dat was speciaal want normaal nooit beleg met vleeswaren. Af en toe was er nog een andere rollade, extra, gekregen van iemand op het werk ofzo. De rollade met touwtjes werd in de oranje jus-pan gebraden. De geur die in de gang bleef hangen was heerlijk. Als er geen extra rollade was dan ritselde mijn vader vaak nog wat wild: fazant of haas voor tweede kerstdag.

Het suikerbroodje van bakker Mossel was met de zachte bodem in het aluminiumbakje en de dikke suiker brokken een traktatie op zich. Ook dat moest voor de kerstdagen besteld worden. Net als extra brood boven op de normale bestelling die mijn moeder plaatste bij Jakob Roggema, de zaterdag bezorger. Net als de nieuwjaarsrolletjes.

Kerstkransjes kregen we van mijn oma. Mijn favoriet was het kransje met de witte zoete stipjes. De boterkoekjes met amandelschaafsel op de tweede plek. 

Verder was er, niet speciaal, maar wel lekker ook verse chocolademelk. Het was vachten om het vel. Ik was er gek op. Dus ook de warme choco aflaten koelen in je beker tot er een vel op dreef. Dat was pas feest.


Comments

Popular Posts