stamboomblaadjes

Voorop de liturgie van de uitvaartdienst stond een mooie boom. Zo’n typische zomer-loof-boom met volle bladerpracht. Met een beetje fantasie een stamboom. Toen de voorganger, een mevrouw met engelenhaar wat losjes op de kraag van haar witte gewaad danste, het als beeldspraak gebruikte was het duidelijk. Ik moest even heel diep graven in het geheugen.
Wie van de aanwezigen vormde het uiteinde van een tak uit mijn stamboom? Ik herkende niemand. Oh ja, toch als een van de laatsten was mijn tante binnen gekomen. 

 De grote tak was die van de familie Van Dijk. Mijn oma van mijn vaders kant heette immers Anje van Dijk (dochter van koopman Jan van Dijk en zijn vrouw Trijntje Huzeling. Uit dit huwelijk oa nog een dochter: Everdina van Dijk geboren op 29-12-1911 en in mei 1930 in het huwelijk getreden met Johannes van Timmeren. De timmerfamilie uit Slochteren die ik uit de kerk en van school kende.

Kijk nu kwam ik op bekender terrein. Want Lieneke (nu Lien) van Timmeren trof ik de afgelopen tijd regelmatig als mede organisator van de mavo Siddeburen reunie. Lien is de dochter van Jan van Timmeren en Els Brons. Bij hen kwam we, de Lentings (uit Slochteren: tegen over het bos of de borg,  zeiden we er dan altijd bij. Want Lenting is een zeer gangbare naam in de Woldstreek)  vroeger over de vloer toen ze in Siddeburen woonden, op de hoek van de hoofdweg en de straat naar de sportvelden, waar ze en houthandel hadden. Voor de dienst begon zag ik op het diascherm foto's geprojecteerd waar ik een glimp van het verleden herkende. Ook een trouwfoto. Die zou zo gewisseld kunnen worden met die van mijn ouders.

In de tussenliggende tijd geen contact. Dat wil zeggen ik zag Ome Jan en tante Els op de begrafenis van mijn moeder dat weet ik zeker en ik denk ook op de begrafenis van mijn opa Lenting.
Via Lien was ik de laatste jaren op de hoogte van de ziekte die Jan al jaren teisterde: Parkinson. De verslechterde toestand en het langzaam aan steeds meer hulpbehoevende situatie waren mij bekend. Toch was het berichtje wat ik op vrijdagochtend in Rio in bed las een schok. Overleden.

Over-groot-vader. Ik probeerde me de namen voor de geest te halen. Zonder gezichten een moeizaam gedoe. Johannes, Klaas-Jan, Dinette vormden met Lien een kwartet. Deze vier waren getrouwd, gescheiden, samenwonend en uitwonend volledig aan mijn aandacht ontsnapt.  Pas nu Lien op de radar kwam en ook nog eens in de buurt bleek te wonen kwam het weer tot leven. Er doken zelfs foto’s op van ons samen.

Nu, in de kerk van Siddeburen, zie ik heel veel oude mensen. Van de generatie van mijn ouders. Tachtig plussers dus. Er moeten ook nog takjes, vertakkingen en blaadjes zijn van mijn stamboom. Klopt. Ik wordt aangesproken met de bekende openingszin: “Ben jij er een van Jan en Hilda….”
Verkleurde blaadjes komen tot leven.




Comments

Popular Posts