aftakelen




 Natuurlijk, ik zeg het zelf maar even, er zit wel en 'vleugje' narcisme bij dit soort plaatjes, wat niet weg neemt dat het ook iets anders laat zien. Het trof mezelf vooral hoe veertig jaar een ander perspectief opleverde. Geen ijdelheid, kijk maar naar het zwembandje.

Laat ik bij het begin beginnen. Ik groeide op in een agrarisch gebied, veel arbeiders dus. Sporten was een luxe want veel vrije tijd was er niet. Altijd was er wel iets te doen op de boerderij of op het land. Ieder jaar getij stond in het teken van iets: voorbereiden, zaaien, ontwikkelen, oogsten. Een cyclus zonder echte stop. Of er moest sprake zijn van een vorst periode dan gingen de schaatsen onder. De meeste boerenarbeiders waren na jaren van hard werken met hun zestigste wel ‘op’. Liepen ze krom, stramme gewrichten, gegroefde handen een gelooide huid en ze waren blij met ‘niks’ doen.

Als ik begin jaren zeventig wel eens hard liep door de landerijen was er steevast een boer die riep: “ Als je moe wilt worden kun je mij ook wel helpen”.  Volgens mijn opa was het echte werk “ bij de grond” . Als ik op de sportclub iemand tegen kwam van boven de dertig dan was dat echt een uitzondering. Laat staan iemand die nog ouder was.

Toen ik op het CIOS zat waren er op zaterdagochtend districtstrainingen kogelslingeren achter op het terrein. Net voor hek op de hoek van Kraantje Lek. Wij, voornamelijk AAC atleten,  konden niet voor tien uur beginnen want dan was er een tiental mannen aan het voetballen. De bal rolde moeilijk op het glooiende terrein. Voetballers stram van lijf en leden. Weinig gras. Trage loopsnelheid. Doelen die in elkaar gezet werden uit losse delen die dan aan de zijkant van de orangerie waren opgeborgen.

nu <-> toen

In de lessen sociaal beweging agogisch werk (SBAW) was er aandacht voor meer bewegen voor ouderen (MBVO). Want steeds meer bleven de mensen hangen in/bij hun sport. Ouderen die ook nog hockeyen, voetballen en turnen of atletiek deden. Binnen de atletiek kwam ook de veteranen sport op. Verder ging trimmen over in massaal hardlopen,  tussen bruggen, van pier tot pier (CPC) of van Dam tot Dam en het lopen van stad marathons zoals in Rotterdam of Amsterdam. 

De levensverwachting nam in de loop der jaren toe. De kwaliteit van leven veranderde enorm door de verbeterde arbeidsomstandigheden en noest handwerk, fysiek zware belastingen werden minder en minder.

Kortom: minder werken, meer vrije tijd maar ook een langer sportleven. In mijn jeugd waren 60 plussers oud en de dagen zat, in mijn middelbare leven zag ik  zestig plusser actief worden en de laatste jaren zie ik mensen nog tot op hoge leeftijd sportactviteiten beoefenen.

Toen ik de foto van de mister cios verkiezingen zag en me realiseerde dat ik al vijftig jaar sport en al veertig jaar me bezig hou met trainingen geven en zelf actief zijn moest ik daar aandenken. Zelf inmiddels een zestig plusser want van 1960.

Ik ben al heel lang gestopt met trainen (het systematisch en doelgericht toe werken naar een top prestatie) maar sportief  bewegen met plezier sportactiviteiten doen hoop ik nog lang te kunnen doen. Als ik me dan weer even mr. Cios voel, met genoegen terugkijk  op de CIOS-tijd, kijk ik even in de spiegel en zeg tegen mezelf: “kom op nou keekie”, want uithoudingsvermogen komt niet vanzelf. Laat ik in ieder geval proberen om het aftakelingsproces te vertragen: “aan de slag lampekappie”. Nog even doorbikkelen. Zo lang het lichaam het aankan en de geest de baas is. 



1982 -2022
 

Comments

Popular Posts