De Tobbe

De Tobbe.
Het zwembad in Slochteren had in mijn tijd geen naam. Gewoon HET zwembad. Er was immers geen ander bad. Thuis hadden we in de winter wel een tobbe. Alleen  op zaterdagmiddag. Mijn moeder vulde die eerst met koud water en voegde dan kokend water toe. IJskoud water uit de kraan en heet  water uit de waskoker. Dat laatste ontbrak bij het zwembad. Het was gewoon een bak met koud water wat slechts opwarmde als de zon heel lang scheen of als het erg heet was. Dan stond de thermometer soms op een graadje of 19. Voor mijn gevoel was het echter altijd 16 graden ofzo. 
Een instructiebad moest het worden. Dat was de uitkomst van de oproep geweest en dat werd met een collecte via een intekenlijst kracht bijgezet. Mijn ouders waren voor en wierpen zich als collectant op. Want wij, de kinderen Lenting, moesten toch zwemles krijgen in een veilige omgeving. De twee andere plekken waren natuurbaden maar beide: Engelbert (zandafgraving Woldjerspoor) en Schildmeer (een meerstal en groot ondiep meer ) waren een behoorlijk stuk fietsen.  Dus werd het een klein zwembad (12-25m) met een aflopende bodem van 0.40m tot 2.00m waterdiepte. 
Ik was geen waterrat. Waar anderen die lessen makkelijk afronden met de Franse slag op de buik en op de rug was het voor mij voornamelijk ploeteren. Het begon al bij de spoelbak waar je door het koude water moest en die ijskoude douches waar geen ontkomen aan was. Daarna kreeg ik het niet eerder warm dan het moment waarop ik, op mooie zomerdagen, tegen het warme cement van de buitenmuur ging staan na afloop van de les. Snel de bordeaux rode zwembroek uit, op de handdoek staan die ik op het houten bankje had gelegd en net zo lang wachten tot een ongeduldige wilde omkleden, om dan alle natte zooi in de bekende blauwe badtas, gekocht bij Rademaker (dus die had iedereen),  te proppen. Uiteindelijk kreeg ik toch twee van die plastic etiketten op de pijpjes van mijn zwembroek. Volgens mij een groene A en rode B.  " Smitje" , een gebruinde badman met verkleurd haar (door de zon en de chloor denk ik) noemde me dikwijls krentenbol. Een verbastering  van  Lent’n tot krent’n. En gooide me dan in het water zodat ik wel moest zwemmen. Mijn oma ging bijna dood toen ik bij mijn afzwemmen in de Papiermolen in Groningen voor mijn B-diploma bijna het dubbele van vereiste 7 meter onder water bleef. 
Zo kon ik ook echt gebruik maken van het zwembad met een abonnement. Een roze papiertje wat je voor de show moest laten zien want iedereen kende iedereen in Slochteren. Dus wist de mevrouw Jansen achter de kassa, die op de hoek va de K ter Laanstraat 2 recht tegenover het bad woonde, dat mijn moeder bij haar een gezinsabonnement had aangeschaft en dan kon je gewoon doorlopen.  Ik glipte nu vaak snel even door de afspoelbak door een voetje op de rand te zetten en snel even op de knop te drukken waarbij de staal pas ging lopen als ik al veilig op de tegels aan de badkant stond.  
Vanuit het bad kon je net de Slochtertoren zien. De speelweide werd afgescheiden door een hek aan de weg van de Voorborgstraat, het pad langs het oude spoor richting de Gerard de Vries straat/ Zuiderweg, het laantje langs de openbareschool en dan langs de rand van het bad, tot rondom de spartelvijver. In het begin was het nogal kaal, de boompjes laag, de struiken klein. Toch gingen we daar naar toe: de zonneweide. Beetje rennen, voetballen, in de zon liggen en de meegenomen koekjes (meelkoekjes of lange vingers) en snoepjes (tum tum was mijn favoriet) verorberen terwijl je op een plaid lag.  Als je er nu komt kun je je nauwelijks voorstellen dat dit postzegelformaat bad het middelpunt van ontmoetingen was in de zomer. 

Rondom het bad stonden coniferen maar daarvoor stonden plasic golf platen, die als afscheidingsschotten rondom “ het diepe”  stonden. Beetje geel groenig. Vanaf de speelweide kon je zo tussen de coniferen doorsluipen en niet gezien worden vanaf het gras maar ook niet vanuit het bad. Dat deden de ondeugende  pubers bij wie de hormonen door het lijf gierden en dus op onderzoek waren bij de andere sexe. Zelf deed ik mee met al  bovenhands volleybal spelen in het heup diepe water, waarbij je dan afentoe een schijnduik deed naar een leuk meisje. Jongens als Wietze B. zoenden in het tunneltje bij het spoor. (“En, heb je nog wat geleerd”, vroeg hij toen hij Mireille S. had getongd. Ik kreeg een rode kop want ik had nog nauwelijks een meisje een echte zoen gegeven (Coby S op de wang)  en zei daarom maar dat ze een dikke kont had.)  
In het zwembad was niks te koop qua snoep of ijs. Daarvoor moest je of aan de Hoofdweg bij het cafe of daarnaast bij drogisterij van der Ark zijn. Maar het vrij zwem uur tussen zeven en acht ’s avonds was ideaal om de leuke meiden in badpak te zien. Of G.d B bijvoorbeeld, die zo met d’r heupen kon draaien. Of de grote borsten van G.B., de grote bossen haar onder de oksels van AvD. Daar kon geen snoepgoed tegen op. Het is heel lang geleden dat ik er  rondliep maar het voelt als gisteren. Ik weet ook nog als de dag van gisteren dat een keer mij onderbroek (sic!) gestolen was. Ja, als ik de foto (© Harry Dijkema) zie nav een stuk in het Bokkeblad komt alles weer tot leven. Mijn ouders leerden er zwemmen en ik ook, al was het Tobbe(n).  


Comments

Peter Brondijk said…
Hallo Gerard, je blog over de Tobbe is nu gelinkt vanaf onze site www.zwembadslochteren.nl (infolinks)

Rest mij je nog te vragen waar je dan precies woonde. Want ik ken een fam. Lenting die naast mijn grootouders woonde tegenover fa. Brekeling. Wellicht blijkt deze wereld toch heel klein :-)

Hartelijke groeten,
Peter Brondijk, Slochteren
coachG said…
hoi Peter,
wij waren bekend als Lenting tov de Borg in het grijze huis...hoofdweg 29... directe familie: Lenting Schildwolderdijk (mijn opa Geert) en Lenting naast cafe smit en later naast de Bredelaan (mijn oom Jannes)

Popular Posts