kauw-gom

Via de familie Tammenga kwam ik in aanraking met kauwgom. Ale Tammenga getrouwd met Tine Kunst woonden in Siddeburen, het stel was bevriend met mijn ouders.  Als je vanuit Hellum kwam woonden ze in het begin, schuin tegenover Evert Jager maar ook nog voor de oude ULO. Ze hadden een veetransportbedrijf. Plus een benzinepomp. 

Als ze op visite kwamen dan was er steevast iets voor ons: de kinderen Lenting. Soms alleen voor mij (tweedehandsjes van hun jongens die alle drie ouder waren dan ik) maar meestal iets voor ons alle drie. De bekende weggeef dingen van de BP benzinepomp: balpennen, een  ballon of …..kauwgom. Het was zo’n klein vierkant pakje waar een paar tabletjes gum in zaten: PK.



Toen ik naar de MAVO ging had ik wat zakgeld te besteden en daarvan kocht ik Stimerol kauwgom. Daarvan bleef de smaak veel langer hangen dan van PK. Wel ging het naar verloop van tijd ‘stuk’. Brak het in kleine stukjes. Maar dat was dan wel na een hele tijd kauwen. Soms kauwde ik de hele dag op zo'n blauw stukje.

In de klas mocht het niet. Wij mochten geen kauwgom hebben maar de leraren mochten wel roken. Tsja. Toen was het heel gewoon. Soms vergat ik de kauwgom weg te gooien. Ik vond het rust gevend en misschien dat ik daardoor ook niet draalde naar roken. Iets wat om me heen wel heel veel gebeurde. De meeste jongens en enkele ‘stoere’ meiden hadden wel een ‘puutje’ shag in een borstzakje van hun jasje zitten. 

Toen ik vele jaren later een reünie organiseerde met een stel meiden (Dea, Aagtje, Liesbeth en Lieneke) kwam Martin Viel als een van de eersten op me toe. Na de gebruikelijke uitwisseling van beleefdheidsfrasen zei hij uit het niets: "Dus, doe hest ook nog altied kauwgom"…. Pas toen drong het tot me door dat ik eigenlijk altijd wel kauwgom op zak heb. 

Was het in begin stimerol, later een tijdje benbits, blauw en toen weer stimerol. Heel soms van de reepjes spearmint en de laatste jaren wat er voor handen is in Brazilië of nu in Saudi Arabie. 

Terug in de jaren zeventig.Toen had je ook van die dikke roze plakken Bazooka. Je moest dan in het begin flink kauwen. Tanden, tong en lippen kleurden bleek rood maar dat verdween net zo snel als de smaak van de kauwgom. Je nam het eigenlijk alleen om dat er een stripverhaaltje aan de binnenkant van de verpakking zat. Vanaf begin jaren zestig was er de Nederlandse versie met Bazooka Joe. Het was echte bubble-gum. Je kon er grote bellen van blazen die als je niet oppaste in  je gezicht uit elkaar spatten (en bleef kleven in je wenkbrauwen).

De andere bekende kauwgom zat in een ijsje. Een gombal onder in een plastic bekertje in de vorm van puntzak. Het ijs smaakte in de verte naar iets van mandarijn.  Met een los houten lepeltje in het begin later al snel een gekleurd plastic lepeltje wat op het dekseltje zat.De bal smaakte naar niets! Je kon er ook niet lekker op kauwen maar toch nam je het ijsje telkens weer.



Comments

Popular Posts