D'onderlinge(n)

Laat ik maar naar het begin toewerken. Terugploegen. Diepere lagen naar boven werken.

Het zijn de dagen dat er geen mooier begin is. Dat zijn de mooiste. De dagen dat het in de ochtend flink koud is geweest waardoor er grondmist rond sliert en de zon er tussen door kiekt. Het blad aan de bomen kleurt goudgeel, in de tuin bloeien de asters en dahlia’s, in het park verschijnen glimmende paddestoelen. De trek in stamppot neemt toe. Is het een zaterdag dan ga je vanaf de markt nog even op een terras koffie drinken, nu het nog kan. Ouwe-wijven-zomer. Is het zondag dan is er ‘smiddag vroeg vrouwen hockey met een biertje toe als de mannen later in de namiddag serieus doen. Het is het einde van de zomer maar de herfst is nog niet echt begonnen. Je merkt het omdat je het einde van de avondtraining niet meer haalt zonder de schijnwerpers aan te doen. Bijna oktober en tijd voor bokbier.

Tijd om de balans op te maken van een seizoen. Welk persoonlijk record kan nog scherper, is er een onderdeel wat nog onbeproefd is (in Belgie spreken ze van proeven en niet van onderdelen, mooi he) en de rivaliteit. Wie scoorde beter dit seizoen? Wie kan er nog een keer klop verwachten? Wie is te pakken? Het hele seizoen knagen deze vragen maar pas rond de ‘grote vacantie’ steken ze de kop op. Tijd voor d’onderlinge.

Het is in Salzburg als ik mijn nieuwe jongens laat kennismaken met Mozart en D’onderlinge 2005. Het is een cultuuromslag. Niet alleen van polyritme naar de wals maar vooral van slechts één onderdeel doen naar twee dagen verschillende onderdelen doen: Aspire tienkamp. Het oefenen gaat nog lacherig. De uitleg, met het puntenboekje, het ene oor in en het andere net zo snel weer uit. Per leeftijdsgroep pas ik de hordenhoogten en de werp gewichten aan. Als we de eerste dag hebben gedaan is de stemming al anders. Wie heeft wie verslagen, zag je hoe hij over de lat ging en ook morgen pak ik je op......... Aan een aantal jongens is het spel niet besteed. Ze schamen zich dat ze van ‘een mindere’ (lees jongere, een andere nationaliteit of een atleet die ‘normaal’ nooit iets wint) hebben verloren. Dat ze punten krijgen en pas na tien onderdelen echt winnen zien ze niet. De allrounder Salman moet nog vijftien worden dat jaar, geniet. Evenaart zijn pr hoog en scoort diverse persoonlijke records. Dat hij aan het eind minder punten heeft is hem een biet. De lach is niet van zijn gezicht te poetsen.

Name 100m Lj Sp
4kg hj 400 100m H
0.84 d.t
1kg p.v Jav
600 1500 Score
Salman Ahmed Almannai
12.8 5.10 10.15 1.81 56.6 16.4 29.75 2.40 35.31 5.07.9 4738



Bij De Spartaan is er al sprake van een fenomeen. En binnen de d’onderlinge meerkamp een speciale trofee: de krukkenbokaal. In Lisse verschijnen ook plotseling weer oudgedienden op de baan na de zomerstop. Die stop is voor sommigen erg lang. Eerst de bollen uit de grond, dan pellen, dan het grondwerk en dan vakantie. Maar nu de mouwen opstropen voor de confrontaties met streek-/club-/leeftijd-genoten. Een speciale sfeer. De jury is in vele gevallen dezelfde als bij de nationale openingsklassieker: TSB, op dezelfde baan Ter Specke en een wedstrijd met je eigen Spartaan clubgenoten waar van je sommige al vanaf de pupillen kent. Als ik het stokje van Jan van Heek overneem probeer ik ook deze wedstrijd weer op niveau te krijgen. Het moet een lekker toetje zijn. De volle tafel met zomerkoninkjes en lekkernijen maar dan nog iets om naar uit te kijken in het eerste weekend van october. Het is dan ook extra leuk als de jongeren zich optrekken aan het fanatisme van de ouderen. Zij die stoeltjes meenmen, tusendoor frambozenijsjes en broodjes bal naar binnen schuiven en na de 400 (“nog een biertje? Ja, lekker) nog lang in de kantine nazitten.
Rory is van de jonge garde en leert van Rikkiewee, en bokst op tegen namen uit het verleden en tegen prestaties die door oudgedienden ‘lang geleden’ zijn neergezet.
Heino, Vincent, Mark, Dennis en Arnoud toveren altijd wel een vergelijkende prestaties van zich zelf of een van een clubicoon uit de hoge hoed. Rory haalt afentoe zijn schouders op en lacht blozend om deze franje. Hij snoert ze de mond met een pr.

Rory van Noort
Cat: JA D’onderlingen
2003 = Nationale Ranglijst
Seizoen 2003 prestaties:
11.3 PR
6.36
11.15 20 12.42
1.85 12 1.90
53.4
3294
15.5 12 15”58
38.56 PR 14 37.35
3.91 7 4.10
49.81 12 51.53
4.40.9
6544 PR 4 6519


Bij de KAV ben ik in 1987, een week na ‘Haarlem’, aanwezig bij hun onderlinge wedstrijd. Jacq van Nisselroy heeft me gevraagd en polst me (‘ ik heb de zeer dwingende opdracht van het bestuur’) voor de functie van hoofdtrainer. Ik weet alleen nog dat het polsstok toen net bezig was. Een jaar later zat ik in het wedstrijdsecretariaat. Het heilige der heiligen bij wedstrijden op het Pim Mulier van Joop en Truus. Nu zit ik daar noodgedwongen (herstellend van een auto ongeval na afloop van een super extra concert van Prince in Dortmund) samen met Mary Roosen. Bij toerbeurt vallen Cees (de wedstrijdleider) en Fred (de organistor) binnen. Met zijn drieen runnen ze al jaren d’onderlinge van de KAV. Ik zit als een vreemde eend in bijt en maak me verdienstelijk als regiseur en microfonist.
Als Ben Kal (in zijn onverslijtbare oranje bruine trainingspak) op de baan verscheen zo eind augustus dan wist je dat de voorbereidingen op het jaarlijkse treffen was begonnen. Er kwam een speciaal trainingsprogramma voor de junioren en senioren zodat alle meerkamp onderdelen in de week aanbod kwamen. Niemand ging nog voetballen na de training.
Het mooie was als je op de zondag bij de baan kwam. Je zag dat er de dag tevoren een slagveld had plaats gevonden. Rondom de werpplaatsen was het gras plat getrapt door de grote groepen deelnemers en bij de springplekken was het gras verkleurd door de toeschouwers (van die donkere plekken en indrukken van stoeltjes en parasols).
Ron Huibers, Wigert Thunissen en Arno Mul, trainden de jeugd en deden zelf mee bij de senioren.
Wim Roosen voerde het meerkampveld aan bij de mannen en Ester Schouten bij de vrouwen. Legendarisch waren de onderlinge gevechten van de famileis Negenman, Roosen en de Hoogewerf.
Minpuntje was dat bepaalde ijsjes, koeken en snoep in de kantine al waren uitverkocht maar gelukkig wist Ruud Kroon nog weer andere aankopen te doen zodat er in ieder geval soep en bier was.
Het is niet voor niks dat er nog steeds op het clubrecordbord en op de bestenlijsten fantastische scores van de KAV-onderlingen te vinden zijn.



Als atleet die van alle markten thuis was en die als springer altijd nog een keer wilde vlammen waren de onderlinge wedstrijden voor Arjan Warmedam altijd de mooiste afsluiting.
Al in zijn eerste jaar (als B-pupil) onderscheidde Arjan zich door in de jongste leeftijdsgroep de onderlinge wedstrijden te winnen op karakter. Tien jaar later, in 1987, volbracht hij het huzarenstukje opnieuw door als A-junior alle senioren te verslaan en overall clubkampioen te worden: op inzet van honderd procent+ . Hij kreeg de medaille en later op de jaarvergadering van het bestuur de Jan Hut-bokaal. Dat was dus ook tevens het einde van onze samenwerking.
Op nationaal niveau manifesteerde Arjan zich als verspringen en hinkstapspringer. Dat was begonnen met de trainingen van Jan Wilem van der Wal en toen ik de trainingen overnam zette de progressie van de slimme warmerdam zich door. Op hinkstap pakte hij bij de NK 2x goud (in 1985 bij de B-jeugd en in 1987 bij de A-jeugd) en l x brons (indoor jongens B in 1985).
Bij Haarlem leefde de onderlinge vooral bij de jeugd. De ervaren rotten en nationale toppers haalden hun neus op voor dit onderonsje. Behalve dan zij die ook bij de bap van der pol groep liepen en op de onderlinge tien kilometer meestal op de woensdag voor de onderlingen meerkampen zich het snot voor de ogen liepen om elkaar af te troeven.

Die Jan Hut bokaal was niet zo maar wat. Jan Hut was een oud trainer uit de begin jaren van de HAV Haarlem (begin negentienhonderd). Het winnen van de onderlingen, uitblinken in studie, inzet bij de club en prestaties op nationaal niveau anders kreeg je het kleinnood niet voor een jaar in bezit. Er waren jaren dat het gewoon niet werd uitgereikt. Warmerdam kreeg hem dus. Het was de mooiste onderlinge voor mij van de reeks bij de AV Haarlem.


Alles regelen. Want is was als STK-er bij de AVH’meer. Dat betekende zo veel als sport-technisch-kader-adiviseur. En dat ik daar in Hoofddorp in optima forma. De vriendelijke jonge ouders die voor hun kinderen een club in het dorp wilden ipv de hele polder door te crossen naar Badhoevedorp, Amsterdam, Lisse of Aalsmeer. Ze wisten niks van atletiek, behalve Kees Hogenbirk en zijn vrouw, maar wilden alles weten. Vooral hoe het moest. Dus zei ik aan het eind van het seizoen: onderlinge wedstrijden. Aangezien dit ook de eerste ‘echte wedstrijd’ was die ze organiseerden werd de hulp in geroepen van Aalsmeer. Op de zwarte sintelbaan onder de Kaagbaan van AVA’64.
Dus ik was starter, wedstrijdcommisaris en hoofd jury. Daarnaast reikte ik de prijzen uit. Het bestuur was ingeschakeld om overal te assisteren en waar mogelijk mee te doen of zich verdienstelijk te maken met inschrijving, uitslagen verwerking en kantine dienst.
Iedereen deed mee. De hele club. Voor de persoonlijke records deelde ik mini marsen uit en voor de clubrecords een echte grote Mars (net als meneer Linsen met nutsen deed bij het grote AAC).
Later werden de kampioenschappen gehouden bij AAC op Ookmeer en nog later op de eigen accommodatie. Eerst gras en later kunsstof. Nu zijn de clubkampioenschappen in het 25 jarig bestaan van de club niet meer weg te denken.

Vele malen heb ik deze eerste onderlinge herbeleefd. Dat kwam omdat ik regelmatig voor bestuursoverleg (of ‘gewoon’ om mee te eten) bij Johan en Lia Geurts over de vloer kwam en die hadden bij de deur een fotocollage hangen. Op een van de foto’s sta ik in een (te) korte broek met (te) lang haar en mijn nieuwe WK Helsinki sweater de prijzen uit te reiken aan de jongens pupillen: Velibor Geurts, Niels Rijnders en Michael Harbers. Vanaf de zomervakantie hadden ze getraind. Op alle onderdelen. En ze wilden allemaal winnen. Ik betaalde me scheel want ze scoorden allemaal een mars. Iedere keer als ik de deur uitging zag ik de foto en op de weg naar huis (op de fiets over de Kruisweg naar Heemstede dan de Hereweg af naar Haarlem) overdacht ik dan deze wedstrijddag.

De sfeer, het weer.
Het enthousiasme van de hele club.
De aanmoedigingen voor alle leeftijdscategorien.
De samenhorigheid tijdens de wedstrijden.
En bovenal de lol bij de prijsuitreiking.
Een echte.
Een hele echte.
D’onderlinge.

Comments

Anonymous said…
Toch nog af en toe een prikje naar de Zuiderburen?

Popular Posts