Jolibee*

Het is zeker twee keer per dag een gezellig gekwetter in de keuken van mijn tijdelijke werkgever Halcrow (ja het bedrijf waar Diana werkt, klopt) op de site waar het grote project genaamd Lusail wordt uitgevoerd. Zie: http://www.lusail.com/
In het gekwinkeleer van de ijle en giechelige stemmetjes is wat chinees te herkennen maar het is Tagalog, zo heb ik me door de chauffeur laten vertellen. Er zijn maar twee mannen in het gezelschap wat verder louter uit vrouwen bestaat. Er zou makkelijk een taalstrijd uitgevochten kunnen worden want op de Filipijnen speken ze Engels, Spaans, twee of drie versies Chinees en nog allerlei dialecten zoals in Manilla, maar hier is de voertaal dus de officiele taal: Tagalog. Dat is een taal uit de aziatische archipel en het Filipijns is op het Tagalog gebaseerd. Zo’n zeventien miljoen mensen spreken het en daarnaast zijn er nog ruim 50 miljoen mensen die het Tagalog als tweede taal spreken. Het taaltje is wereldwijd bekend geworden door het nummer “ Anak” (Tagalog voor 'kind'), van Freddie Aguilar. Wat DE zomerhit van 1980 in Nederlands was als je het mij vraagt, of de prijs moet gegaan zijn naar "Je veux de l'amour" van Raymond Van Het Groenewoud.

Ze vormen een hechte gemeenschap in Doha de Fillipino’s. Hard werkende mannen en vrouwen die geld naar huis sturen zodat kinderen kunnen studeren, familie een huis op kan knappen of er een beetje gespaard kan worden. Het gros komt uit de hoofdstad Manilla waar, als je de voorsteden meetelt, bijna evenveel mensen wonen als in Nederland. Er zijn naar schatting wel zo’n 200.000 in Doha. Overal zie je ze. De meeste expats kennen de filipinos alleen maar van de kerstnacht in het Ramada hotel. Of van de twee kans: zie je een dikke/kale/foeilelijke vijftiger dan is de kans groot dat er een dametje uit de Filipijnen aan zijn zijde is. Verder kent men ze van de coverband uit de disco. Want zeg muziek en je ziet iemand uit de Filipijnen opduiken. Ze waren dus ook erg teleurgesteld toen op het personeelsfeest van Halcrow geen loterij gehouden werd maar nog erger was het ontbreken van een optreden of eventueel een karaoke wedstrijd.

Zoals gezegd ze komen zeker twee keer samen in de piepkleine keuken van het tijdelijke hoofdkantoor op de bouwput in aanleg net buiten Doha. De eerste keer is ‘smorgens als iedereen net binnen is zo rond de klok van zeven en dan ruikt het direct naar soep en vis. Douglas roert in zijn prutje als ik vraag wanneer hij dat gemaakt heeft. “Four o’clock,sir”. Ik ben niet in de adelstand verheven maar de sir krijg ik er niet bij ze uit en ik laat het me welgevallen. Sorry zei je vier? Ja dus, hij stond om vier op om zijn potje te koken, om vijf uur douchen en scheren omkleden en dan rond half zes met een vriend mee rijden naar het vertrekpunt bij het kantoor in de stad, wachten op de meiden en dan als chauffeur van de de Pathfinder naar Lusail om de meiden te brengen.
De tweede keer is rond lunchtijd. Dan draait de magnetron overuren. Er zijn rijstkoeken, pangsit, vis in moten en vlees in diverse marinades. Iedereen lepelt uit elkaars bakje en alles wordt gedeeld. Behalve Syrix, de tweede man in het gezelschap want die eet geen groente. “No sir, for me only meat, rice and maybe potato, sir.”

Zo krijg je hier dus een andere kijk op de Filipijnen en de inwoners van de eilanden groep. Anders dus dan de foto’s van sextoeristen, film verslagen van aardbevingen en overstromingen laat staan de journaal verhalen over corrupte staatshoofden.
Hier sta ik tussen mensen van vlees en bloed, die voor een schamel loontje, ver van familie en vrienden, maandelijks geld bij elkaar schrapen voor een betere toekomst thuis. Ze kruipen samen in huizen en schuilen bij elkaar. Werken, eten, slapen en natuurlijk ook muziek. Toekomstmuziek in dit geval.


*http://www.jollibee.com.ph/

Comments

Popular Posts