ommy
Het is er opeens. Je hoort een liedje en bent terug in de jeugdsoos achter de kerk op zaterdagavond 1975. Of het is er opeens als je linoleum ruikt waardoor je in het oude lokaal waar gehandwerkt moest worden en dus ook gutsen in 1969. Dat idee. Dus toen ik langs een bloemenbed liep rook ik iets van schimmel en rottende bladeren en opeens was ik terug in de bloemenkas in 1974/1975 met Ommy. Ommy Schwankhaus.
Ik bedacht dat ik al eens eerder de naam van Ommy Schwankhaus door Google haalde. Geen resultaat. Niet zo raar want zowel de voor- of achternaam is niet veel voorkomend. Wel raar dus eigenlijk. Maar door het bloemenbed wat opnieuw ingericht moest worden was ik opeens kilometers ver weg, jaren terug. Zo uit Doha naar Froombosch en vanuit het eind van decennium tweeduizend nul naar midden jaren zeventig.
Ik werkte op zaterdag en in de vakanties in de warenhuizen van de anjerkwekerij Hoogkamp. Eerst in oude houten kassen later in moderne aluminium behuizing. Maar de geur die raak je niet meer kwijt. De oude anjer gewassen die opgeruimd moesten worden, de bladeren van de gerbera’s die weg gehaald moesten worden, de formaline baden of de witkalk waar het glasdak mee bespoten werd in de hete zomer van 1976. Ik verdiende echt niks per uur maar was de hele zaterdag onder de pannen voor nog geen tientje.
Daar was Ommy voor de fijne klusjes. Tenminste zo zag ik dat. Zelf was en ben ik meer een doener en dat is nog leuker. Maar fijne klusjes daar was hij goed in. Dus bij het sorteren was hij de eerste schifter en bij het bossen deed hij de eerste kwalitieit. Zelf sorteerde ik bijna nooit en als ik een keer moest bijspringen bij het maken van de bossen, waarbij de anjers in een patron zo gelegd moesten worden dat de bovenkant er uit zag al seen grote bloem door het onderliggende 3-4-3-4-3-2-1-patroon, dan was dat bij de tweede of zelfs derde keus. Dus de anjers die scheef op de steel stonden of een kromme steel hadden. Ommy’s bossen waren dus strak die van mij vaker een hobbeldebobbel vlak. Samen konden we het goed vinden en vulden we elkaar aan. Ik rotzooi opruimen, hij aanvegen. Of ik schuren en hij schilderen. Plastic spannen en hij nieten. Of de andere bijkomende klussen (die altijd ongelegen kwamen of te laat op de middag): ik schapen vangen en hij de hoeven snijden.
Ommy had de brains zeg maar. Hij adviseerde de baas over het opvangreservoir van hemelwater. Hij had een idee hoe we een pergola steviger moesten maken. Ook dacht hij mee toen er een ander gewas buiten kwam (liatris als ik me herriner) ik maakte de grond pootklaar. In de hete zomer waar we ons kapot hebben gezweet op het ontsmetten van de grond en het zetten van het eerste gewas in de nieuwe kassen sleepte ik de zeilen en hij bedacht hoe en waar ze moesten liggen. Dat werk(t).
Dus net als bij de reunie van de lagere school (toen ik de bollebozen allemaal topfunctie toedichtte) bedacht ik terwijl ik googlde dat Schwankhaus wel opzou duiken in een management functie bij een financiele instelling. Ik had Ommy hoog zitten. En, hij was een beetje een role-model als het ging om de goede soul, de bandplooibroek en de juiste hippe schoenen. Hij was een stille kracht na het overlijden van mijn moeder en we gingen samen op vakantie naar Terschelling.
Maar wat er van Ommy is geworden geen idee. Ik bedacht dat ik eigenlijk niks verder van hem wist. Maar dan ook helemaal niks. Wat hij na de middelbare school is gaan doen enzo. Toen ik van de zomer door het dorp reed zag ik het prachtige geschilderde ouderlijk huis van Ommy precies zoals ik het me herinnerde (zijn vader had een schilderszaak). Ik kon me zo het oude aanrecht in het vervallen kassencomplex voor de geest halen waren we bij schaften. Of ik zing zo een liedje van The Tumbleweeds uit die tijd mee. Het bedrijf van Hoogkamp doet nu in groentenzaden en allang niet meer in anjers. Zelf verhuisde ik naar de andere kant van de stad en even later naar het Westen. Het lijkt er op dat de familie Schwankhaus nog steeds in het oude dorp woont.
De geur van bloemen, de los gewoelde grond. Ik kijk nog eens naar het overhoop gehaald bloemebed. Zie losse waterslangen. Daar zou Ommy zeker een beter idee voor hebben gehad.
Ik bedacht dat ik al eens eerder de naam van Ommy Schwankhaus door Google haalde. Geen resultaat. Niet zo raar want zowel de voor- of achternaam is niet veel voorkomend. Wel raar dus eigenlijk. Maar door het bloemenbed wat opnieuw ingericht moest worden was ik opeens kilometers ver weg, jaren terug. Zo uit Doha naar Froombosch en vanuit het eind van decennium tweeduizend nul naar midden jaren zeventig.
Ik werkte op zaterdag en in de vakanties in de warenhuizen van de anjerkwekerij Hoogkamp. Eerst in oude houten kassen later in moderne aluminium behuizing. Maar de geur die raak je niet meer kwijt. De oude anjer gewassen die opgeruimd moesten worden, de bladeren van de gerbera’s die weg gehaald moesten worden, de formaline baden of de witkalk waar het glasdak mee bespoten werd in de hete zomer van 1976. Ik verdiende echt niks per uur maar was de hele zaterdag onder de pannen voor nog geen tientje.
Daar was Ommy voor de fijne klusjes. Tenminste zo zag ik dat. Zelf was en ben ik meer een doener en dat is nog leuker. Maar fijne klusjes daar was hij goed in. Dus bij het sorteren was hij de eerste schifter en bij het bossen deed hij de eerste kwalitieit. Zelf sorteerde ik bijna nooit en als ik een keer moest bijspringen bij het maken van de bossen, waarbij de anjers in een patron zo gelegd moesten worden dat de bovenkant er uit zag al seen grote bloem door het onderliggende 3-4-3-4-3-2-1-patroon, dan was dat bij de tweede of zelfs derde keus. Dus de anjers die scheef op de steel stonden of een kromme steel hadden. Ommy’s bossen waren dus strak die van mij vaker een hobbeldebobbel vlak. Samen konden we het goed vinden en vulden we elkaar aan. Ik rotzooi opruimen, hij aanvegen. Of ik schuren en hij schilderen. Plastic spannen en hij nieten. Of de andere bijkomende klussen (die altijd ongelegen kwamen of te laat op de middag): ik schapen vangen en hij de hoeven snijden.
Ommy had de brains zeg maar. Hij adviseerde de baas over het opvangreservoir van hemelwater. Hij had een idee hoe we een pergola steviger moesten maken. Ook dacht hij mee toen er een ander gewas buiten kwam (liatris als ik me herriner) ik maakte de grond pootklaar. In de hete zomer waar we ons kapot hebben gezweet op het ontsmetten van de grond en het zetten van het eerste gewas in de nieuwe kassen sleepte ik de zeilen en hij bedacht hoe en waar ze moesten liggen. Dat werk(t).
Dus net als bij de reunie van de lagere school (toen ik de bollebozen allemaal topfunctie toedichtte) bedacht ik terwijl ik googlde dat Schwankhaus wel opzou duiken in een management functie bij een financiele instelling. Ik had Ommy hoog zitten. En, hij was een beetje een role-model als het ging om de goede soul, de bandplooibroek en de juiste hippe schoenen. Hij was een stille kracht na het overlijden van mijn moeder en we gingen samen op vakantie naar Terschelling.
Maar wat er van Ommy is geworden geen idee. Ik bedacht dat ik eigenlijk niks verder van hem wist. Maar dan ook helemaal niks. Wat hij na de middelbare school is gaan doen enzo. Toen ik van de zomer door het dorp reed zag ik het prachtige geschilderde ouderlijk huis van Ommy precies zoals ik het me herinnerde (zijn vader had een schilderszaak). Ik kon me zo het oude aanrecht in het vervallen kassencomplex voor de geest halen waren we bij schaften. Of ik zing zo een liedje van The Tumbleweeds uit die tijd mee. Het bedrijf van Hoogkamp doet nu in groentenzaden en allang niet meer in anjers. Zelf verhuisde ik naar de andere kant van de stad en even later naar het Westen. Het lijkt er op dat de familie Schwankhaus nog steeds in het oude dorp woont.
De geur van bloemen, de los gewoelde grond. Ik kijk nog eens naar het overhoop gehaald bloemebed. Zie losse waterslangen. Daar zou Ommy zeker een beter idee voor hebben gehad.
Comments
Ommy.schwankhaus@spie.com
Je zou het kunnen proberen?