treinritje
Mijn zadel glom in het maanlicht.
Een mooi ademwolkje op de fiets
Naar het station. Wel wanten aan
t' is koud maar ik reis zo
eerste klas naar Haarlem.
Lekker rustig om half zeven.
De rust duurt maar even:
als in Beilen er geluid
binnen sijpelt,
een hoge vrouwenstem
soms alleen, soms duet,
meestal als tegenstem
van de man,
in gezang.
Afrikaans schat ik,
als ik het handen klappen hoor
het gaat maar door
ik neem en boterham met kaas
mijn kauwen overstemd ze even
het galmt maar door
in Zwolle stappen ze uit.
zij komt steunend en puffend binnen
met een strak uniform en handy in de aanslag
hij komt fluitend binnen met een rugzak
fluoriderend jack en gekreukte blauwe NS broek.
'we hadden al weer vroeg een springer'
huh zegt ze, te verdiept in haar mobiel
een springer, zegt hij wat harder
de tijd van het jaar zegt ze
ja zou wel een record kunnen worden
vorige week hadden we zes, ja zes
oh niks van gemerkt murmelt ze.
da's geen record hoor, da's dertien
hij kijkt uit het raam
op een dag dus.
en
begint dan een verhaal over een oude loc.
Comments