mike
Petra Huybrechtse en Mike Roosen in Zout, Zandvoort 9 juni 2006. foto Arno Mul.
tijdens mijn verblijf in Zuid-Afrika lees ik op de atletiekpagina dat Mike dood is. dan is het aan de andere kant van de wereld zwaar toeven. ver weg van Holland, Haarlem, vrienden en atleten.
ik stuurde een mail naar Cees en schreef een I.M. (de tekst heb ik hier en daar aangepast en wijkt dus af van de versie die op de Holland en Sprint sites staat.
Een leven met hindernissen.
Mike was niet de enige atleet op ons huwelijksfeest vorig jaar. Acht maanden terug al weer. Maar sinds twee dagen geleden is dat verleden opeens weer nu. De atleten waar je iets meer mee hebt dan de andere. Die naast het fysieke talent ook inzet en enthousiasme tonen en niet bang zijn hun eigen ik te laten zien. Mike was een van hen.
Toen een aantal jaren terug duidelijk werd dat er zich in het sterke lijf van Mike een wel heel ernstige ziekte had genesteld, nodigden we elkaar uit voor een biertje. Dat werden dus weer de gezellige Holland biertjes: niet een maar veel en dan nog een aller-aller-laatste. (vaak met Ab en Arno en Wigert in de buurt)
“ Hier heb je nog een bonnetje Ge”, zegt Mike. Strak in het pak is hij de drijvende kracht achter het indoor in Gent. Eigenlijk logisch want (op volgorde) hij strikte me jaren terug: voor een check op het chrono, een voorstel voor sponors, een financiele ondersteuning voor een wedstrijd, een uitnodiging voor een speciale wedstrijd, en met de vraag of ik nog atleten had voor zijn wedstrijd. Van Haarlem naar Breda of beter: van Holland Haarlem naar het Brabantse Sprint. Van onderlinge- naar regio wedstrijd, van Trosloop naar Singelloop, van district- naar nationaal kampioenschap. Van hulpje tot bobo. Van een strak oranje-wit wedstrijdtenue naar een representatief maatkostuum.
In de sporen van, zo zou je het ook kunnen zeggen. Want waar de Cees en Mary jaren lang de spil waren voor alles wat met wedstrijd en atletiek te maken had bij Holland (Haarlem), heeft het bij de kinderen van het Marnixplein als vliegwiel gefungeerd. Alle drie zetten ze zich op hun eigen manier in. Yvonne bij Holland, Marcel bij PSV en Mike bij Sprint. Mike onwikkelde zich hierbij als een combinatie van zijn ouders: inzet, overzicht, gedrevenheid, oog voor detail en met hart voor de zaak. Hart voor de zaak is in dit geval: hart voor de atleet maar met aandacht voor de organisatie. Maar bovenal liefde voor de atletiek. Toen ik vorig jaar bij “zijn” wedstrijd was glom hij toen ik hem vertelde hoe trots ik op hem was. Hij knipperde met de ogen en ik keek snel even de andere kant op. De traantjes waren snel opgedroogd en we namen vlot een pilske (want we waren in Brabant) .
Toch blijft Mike voor mij de atleet. Twee dingen zullen me altijd bij blijven. Mike, de atleet die maar na tegenslag op tegenslag terug bleef vechten. Die daarbij ook nog op moest boksen tegen de het succes van zijn broer. Als die dan ook nog dezelfde onderdelen doet kan vergelijk niet uitblijven. Dat vergelijk viel meestal uit in het nadeel van Mike. Tot die avond in Bergen op Zoom. Het weer is super: zwoel en windstil. Marcel drijft uit voor de finish en mist de EJK limiet. Maar op de 300meter horden loopt Mike een prima race en scoort een medaille. Hij wordt kampioen. Mary en ik waren meer dan blij: eindelijk! Jaren later scoort Mike zijn pr’s onder de hoede van Wigert op de volle tartanronde met en zonder hindernissen.
De tweede is: “’n-mike-roosen-doen”! Het was op een winterse zondagmorgentraining in de Ookmeerhal. Na het inwerken zonder en met horden was het tijd voor snelheid met als toetje: uithouding. Ik had het bekende hordenrijtje: ‘heen en terug’ neergezet. Eerste rij vlotte 3 pas, uitlopen, omdraaien en dan de tweede rij met de altijd lastige 5 pas. Niemand wilde als eerste. Yasha, Robin, Rick iedereen verschool zich. Dat was Mike’s eer te na. Hij zou als horden lang specialist met “nou dan moet ik maar eens als eerste” over de horden gaan. De vijf horden in drie pas gingen razend snel maar de drie horden op 12 meter. De eerste geraakt, de tweede vol met het bijtrekbeen mee genomen, wankelend op naar de derde. Die derde? Daar ging Mike vol door heen. Dit was geen houthakken maar buldozeren. Maar natuurlijk wel finishen! Ieder jaar weer, bij deze trainingsvorm, kwam de naam van Mike langs.
We hielden elkaar in Zandvoort even stevig vast. Dat gevoel en dat gezicht blijven bij mij. Mike, je leefde een leven met hindernissen, maar wel een memorable leven.
Stellenbosch 7 februari 2007
tijdens mijn verblijf in Zuid-Afrika lees ik op de atletiekpagina dat Mike dood is. dan is het aan de andere kant van de wereld zwaar toeven. ver weg van Holland, Haarlem, vrienden en atleten.
ik stuurde een mail naar Cees en schreef een I.M. (de tekst heb ik hier en daar aangepast en wijkt dus af van de versie die op de Holland en Sprint sites staat.
Een leven met hindernissen.
Mike was niet de enige atleet op ons huwelijksfeest vorig jaar. Acht maanden terug al weer. Maar sinds twee dagen geleden is dat verleden opeens weer nu. De atleten waar je iets meer mee hebt dan de andere. Die naast het fysieke talent ook inzet en enthousiasme tonen en niet bang zijn hun eigen ik te laten zien. Mike was een van hen.
Toen een aantal jaren terug duidelijk werd dat er zich in het sterke lijf van Mike een wel heel ernstige ziekte had genesteld, nodigden we elkaar uit voor een biertje. Dat werden dus weer de gezellige Holland biertjes: niet een maar veel en dan nog een aller-aller-laatste. (vaak met Ab en Arno en Wigert in de buurt)
“ Hier heb je nog een bonnetje Ge”, zegt Mike. Strak in het pak is hij de drijvende kracht achter het indoor in Gent. Eigenlijk logisch want (op volgorde) hij strikte me jaren terug: voor een check op het chrono, een voorstel voor sponors, een financiele ondersteuning voor een wedstrijd, een uitnodiging voor een speciale wedstrijd, en met de vraag of ik nog atleten had voor zijn wedstrijd. Van Haarlem naar Breda of beter: van Holland Haarlem naar het Brabantse Sprint. Van onderlinge- naar regio wedstrijd, van Trosloop naar Singelloop, van district- naar nationaal kampioenschap. Van hulpje tot bobo. Van een strak oranje-wit wedstrijdtenue naar een representatief maatkostuum.
In de sporen van, zo zou je het ook kunnen zeggen. Want waar de Cees en Mary jaren lang de spil waren voor alles wat met wedstrijd en atletiek te maken had bij Holland (Haarlem), heeft het bij de kinderen van het Marnixplein als vliegwiel gefungeerd. Alle drie zetten ze zich op hun eigen manier in. Yvonne bij Holland, Marcel bij PSV en Mike bij Sprint. Mike onwikkelde zich hierbij als een combinatie van zijn ouders: inzet, overzicht, gedrevenheid, oog voor detail en met hart voor de zaak. Hart voor de zaak is in dit geval: hart voor de atleet maar met aandacht voor de organisatie. Maar bovenal liefde voor de atletiek. Toen ik vorig jaar bij “zijn” wedstrijd was glom hij toen ik hem vertelde hoe trots ik op hem was. Hij knipperde met de ogen en ik keek snel even de andere kant op. De traantjes waren snel opgedroogd en we namen vlot een pilske (want we waren in Brabant) .
Toch blijft Mike voor mij de atleet. Twee dingen zullen me altijd bij blijven. Mike, de atleet die maar na tegenslag op tegenslag terug bleef vechten. Die daarbij ook nog op moest boksen tegen de het succes van zijn broer. Als die dan ook nog dezelfde onderdelen doet kan vergelijk niet uitblijven. Dat vergelijk viel meestal uit in het nadeel van Mike. Tot die avond in Bergen op Zoom. Het weer is super: zwoel en windstil. Marcel drijft uit voor de finish en mist de EJK limiet. Maar op de 300meter horden loopt Mike een prima race en scoort een medaille. Hij wordt kampioen. Mary en ik waren meer dan blij: eindelijk! Jaren later scoort Mike zijn pr’s onder de hoede van Wigert op de volle tartanronde met en zonder hindernissen.
De tweede is: “’n-mike-roosen-doen”! Het was op een winterse zondagmorgentraining in de Ookmeerhal. Na het inwerken zonder en met horden was het tijd voor snelheid met als toetje: uithouding. Ik had het bekende hordenrijtje: ‘heen en terug’ neergezet. Eerste rij vlotte 3 pas, uitlopen, omdraaien en dan de tweede rij met de altijd lastige 5 pas. Niemand wilde als eerste. Yasha, Robin, Rick iedereen verschool zich. Dat was Mike’s eer te na. Hij zou als horden lang specialist met “nou dan moet ik maar eens als eerste” over de horden gaan. De vijf horden in drie pas gingen razend snel maar de drie horden op 12 meter. De eerste geraakt, de tweede vol met het bijtrekbeen mee genomen, wankelend op naar de derde. Die derde? Daar ging Mike vol door heen. Dit was geen houthakken maar buldozeren. Maar natuurlijk wel finishen! Ieder jaar weer, bij deze trainingsvorm, kwam de naam van Mike langs.
We hielden elkaar in Zandvoort even stevig vast. Dat gevoel en dat gezicht blijven bij mij. Mike, je leefde een leven met hindernissen, maar wel een memorable leven.
Stellenbosch 7 februari 2007
Comments