Joop

Zo gemiddeld een keer per week denk ik aan Joop van Drunen. Dat komt zo.

Bij Aspire zijn de voetbalvelden, buiten zo’n vijf in getal, omgeven door gewone lichtmasten en het daarnaast gelegen openbare speelveld met van die joekels. Iedere dag gaan ze in de namiddag aan. Als er al geen speler meer te bekennen is, de parkeerplaatsen leeg, de kleedkamers opgeruimd, branden ze nog! Ik heb er zicht op want de velden liggen op steenworp afstand van ons huis.
Daarnaast baadt het Aspire in een mooi licht met vloeiende kleuren en is bij de atletiekbaan warming up baan plus de grote baan in het Khalifa-stadion alles in vol licht gezet. Als ik op het dakterras sta is het een prachtig gezicht.
Ik hoor iedere keer als ik dit zie de stem van Van Drunen. “Lenting jongeman weet je wat dat kost die lichten”. (Zijn stem ging hierbij van bulderend naar commando toon, om vervolgens met zachte stem te zeggen): ”De gemeente belde me vanochend dat ze gisteravond aan waren, ik betaal me scheel. Dus geen lichten aan voor die anderhalve man en een paardekop dan train je maar in het licht van de kantine. (dan als terloops) Heb je wel goed afgesloten? want ik wil niet alles nalopen...... “ Moest ik dus weer in een schemergebied trainen met een kaarsje en dat terwijl het licht van de schijnwerpers op het honkbalveld bijna verblindend was (ik weet wel niet hoeveel kaarsjes/Watts/enz.).
In de geschiedenis van de top club HAV Haarlem (sinds 1968 AV Haarlem) zijn er een aantal momenten van belang die de invloed van Van Drunen duiden:
• in 1951 werd gestart met een aparte juniorentraining.
• in 1964 kreeg de club voor het eerst de beschikking over een sintelbaan.
• in 1976 werd op deze accommodatie een kunststofbaan gelegd.
• In 1981 werd er een krachtcentrum geopend.
Joop drukte dus zijn stempel op DE atletiekclub uit Haarlem. Dat er andere clubs waren ontging menigeen, Atmodes en KAV Holland ten spijt. Joop van Drunen start dus begin jaren vijftig met aparte juniorentrainingen en fungeert als trainer. Nooit gedacht zeker niet als ik hem jaren later in de begin jaren tachtig nog wel eens zie mee dribbelen met de warming up. Hij initeert ook dat, na de sintelbaan, Haarlem ook een kunststofbaan krijgt. En wel als een van de eerste clubs in Nederland (de eerste was op Papendal) maar voor concurrent AAC onder andere. En hij steekt naar verluidt eigen geld in en echt krachtcentrum naast de baan begin jaren tachtig waar later Yvonne van Gennip vaak zal trainen. Tegen die tijd loopt Joop nog hooguit als het erg warm is in een korte hoog opgetrokken korte broek.

Iedereen die in de jaren zeventig en tachtig aan atletiek als junior en een beetje presteerde kreeg te maken met de jeugdcommissie van de KNAU. Ofwel bij selecties of bij de vijf districtenontmoeting of bij jeugdinterlands of bij de nationale C jeugdkampen en natuurlijk bij de EJK’s en later ook WJK’s. Dat laatste was opmerkelijk want het correcte Nederlands met rollende r was de enige taal welke hij machtig was. Dus over de grens was het zwaar leunen op de talenknobbel van anderen.

Iedereen uit die tijd kent het stramien van verzamelen (veel te vroeg) de kledingpakketen (uit vervlogen tijden) maar ook begrippen als daar zijn Coupe Nationale Nederlanden en het Mars-team. Ik herinner me vooral: Luns. Altijd was er een moment dat Joop het woord nam met “Jongelui, even jullie aandacht...” Dan werd een spoorboekje van activiteiten door genomen met als vastonderdeel: lunch.
Of het nu bonnen waren, pakketjes, of alleen het tijdstip, het maakte niet uit. “Dan komen we bij de luns”, uitgesproken met een vette S. “En denk er aan zonder lunsbon geen luns, geldt ook voor jou Lenting”.

Dikwijls lag ik in de clinch met meneer van Drunen. Niet alleen in de tijd dat ik op de laatste woensdag van de maand mijn enveloppe met baar geld kreeg. Nee vooral toen ik alleen niet meer in dienst was bij de AV Joop. Zoals in Varazdin waar ik een officeel protest moest opstellen omdat niemand van de begeleiding een formulier had en voldoende Engels sprak (en mijn pupil Kruk een goede klassering door de neus werd geboord). Of in Thessaloniki waar ik het hossanna van de ploegleiding over een vijfde plek van Huybrechtse in de finale temperde (ze had een medaille kunnen pakken en let op horden komt nog). Of in Seoul waar ik met Sven na de qualificatie een biertje dronk (en Ootjers gewoon nog een keer goed sprong in de finale). Of de ontelbare keren discussies over limieten en procedures. (Met als klap op de vuurpijl vormbehoud op het individueel nk op meerdere onderdelen voor meerkamper Wassenaar in Sittard).

Maar op een keer in Lisse, staand aan het heb bij de Ter Specke Bokaal, riep hij me bij zich. Na koetjes en kalfjes verpakte hij het ongeveer zo: je bent een eigenwijze klootzak en een goede trainer dus eigenlijk mag ik je wel.
Daar was wel twintig jaar over heen gegaan en ik weet niet hoeveel keer "luns".

Dankjewel Joop. Iedere week denk ik een keer aan je.

Comments

Popular Posts