Prince: koninklijke erotiek
Er zijn momenten die je
niet precies in de tijd kan plaatsen maar die onverwachts de kop opsteken. Het
moment dat je er achter komt dat een schooljuf ook winden laat is er zo een.
Het moment dat je beseft dat idolen dood kunnen gaan ook.
Er is en moment
geweest dat ik dacht: als ik zo oud ben dan zou ik dat wel willen kunnen
(vul leeftijd en beroep). Die leeftijd
is al lang voorbij en het beroep volkomen onbereikbaar geworden. Vorige week nog. Een interview met Kasparov die wereldkampioen
schaken werd in 1985: hij 22 ik 25.
Gisteren weer zo’n
moment.
Hij had zijn eerste hits
toen ik 19 was en ik net droog achter de oren. His
Royal Badness zong over dingen waar ik nauwelijks van durfde dromen
(maar wel zo willen). Ik verstond in het begin trouwens: bad-ass. Hij was beide.
Met 1.58 en twee jaar ouder stond hij op het podium en ik
met met 1.84 er voor te vergapen aan zoveel muzikaliteit. Net als later ook bij
Lenny Kravits.
Hoe kun je zo veelzijdig
zijn? Hoe kun je zo bezeten zijn van muziek? Als echte Jehova zette hij overal
een voet tussen de deur: soul, blues, rock en jazz.
Ik luisterde naar nummers
als ik in een slecht humeur was, als ik blij was, als ik de liefde bedreef, als
ik wilde dansen kortom voor iedere moment een genre of een gevoel.
Ik ben getekend sinds ik
na een extra concert in Dortmund betrokken was bij een auto ongeluk. Maar dat
concert had ik nooit willen missen. Later nog naar andere concerten geweest
zonder aan het ongeluk terug te denken.
Gisteren was dus weer
zo’n moment. Zo’n moment wat je herkent
maar niet aan ziet komen. Iemand van mijn leeftijd. Een wereldartiest. Een
idool. Hij is dood.
Ik krijg mails, app’s,
sms. Lees berichten op Twitter en Facebook. Hoor de necrologieën op de radio.
Lees ze op de krantensites.
Eerder dit jaar Bowie.
Een multi artiest en muzikaal kameleon.
Prince, de formidabele
drummer, pianist en excellent gitarist en muzikaal vernieuwer in het kwadraat.
De koning is dood leve de
koning.
Echter, er komt nooit
weer een Prince.
Comments