Sunday blues all the way from London Ontario in Zuidlaren
Before the gig starts checking the phones (GLwith I-phone) |
Het was een middag voor vrouwen met een rauw randje. Dat gold voornamelijk volgens de aankondiging voor de zangeres. Een rock chick kraaide het persbericht. Tenminste. “Haar stem wordt vergeleken met: Alannah Miles, Melissa Etheridge en natuurlijk Janis Joplin”. Dat klonk goed genoeg. Tel daarbij een fietstochtje met voorjaarstemperaturen via Appelbergen naar Zuidlaren met live muziek en een biertje in het vooruitzicht. Misschien zag ik nog wel wat muzikale FB-vrienden?
Jammer genoeg moest ik het met het fietstochtje doen.
De zangeres Sarah Smith had een jet lag van hier tot Tokio en dus deed ze het op haar gemak. Natuurlijk heeft ze een lekkere doorleefde stem en kan natuurlijk kan ze entertainen en muziek maken. Anders win je geen prijzen in Canada/VS. Maar op zondagmiddag in Zuidlaren aan de bak, dat is andere koek. De singer songwriter, klein van stuk, merkt dat het publiek snel tevreden is met bijvoorbeeld Mercedes Benz van Joplin of Black Velvet van Alannah Myles. Ze is in de pauze meer bezig om haar nieuwe CD te verkopen zonder daar meer dan een handjevol nummers van live te spelen trouwens.
Geen FB vrienden in velden of wegen te bekennen ook. Wel zag ik veel (nappa-)leer bij vrouwen op leeftijd. Telde een Drentse Frederique Spigt en ook een blonde uitvoering van Andreas Burnier. Er waren kekke jackjes, heupbroeken en rokken in leer. Meestal in combinatie met een kort kapsel. Ze hipten als zwarte roeken rond. De overige vrouwen liepen er slonzig bij. Allemaal in broeken, die slobberden en billen ontbeerden, plus laarzen die er niet bij pasten of compleet gedateerd waren. Waarom kleden Nederlandse vrouwen zich zo? Slecht en weinig vrouwelijk bedoel ik. (Vorige week genoot ik nog van een meid met strakke jeans op een Zundapp op het Zuiderdiep. Kijk dat is een rauw randje van heb ik jou daar!)
Hij, gesoigneerde 60+, sprak me aan met: “Ben je hier vaste klant?” Nee. “Kom je normaal bij Meerzicht?”, probeerde hij in de rebound. Nee, was weer mijn korte antwoord. “Oh ik dacht dat ik je herkende”, hierbij keek hij snel over zijn schouder naar zijn vrouw. Zij had duidelijk de broek aan, had de portemonnee en bepaalde wat er gedronken kon worden. Ook zij, zestig plus, droeg een leren jack en kort grijs haar. Ik herkende ze beide niet, ze knikte me toe.
Achterin het lokaal werden de vaste klanten steeds luidruchtiger en nog meer dronken. De kleine secretaris van de Rotary, stel ik me zo voor, pantalon op half zeven en overkokend overhemd onder licht blauwe pullover probeerde zijn knuistjes tegen elkaar te duwen in een poging tot slow-hand-clap bij een bluesy cover.
Toen Smith als toegift een reggea nummer inzette besloot ik weg te gaan. Ik genoot van het vooruitzicht van stoofprei en een saucijsje. Ik fietste heerlijk ontspannen terug en glimlachte een half uurtje later even toen ik het cannabis blad opzag lichten bij de verkeerslichten van Haren. Het werk van de traffic light painter (TLP) en ik neuriede “Could you be loved…. “
Comments