Prof. Task Force
Prof. dr. Maarten van Bottenburg (1962) is lector Sportbusiness aan Fontys Economische Hogeschool Tilburg. Destijds was zijn oratie genoemd ‘There is no business like sportbusiness’.
Er moet dus brod op de plank bij de bijzonder hoogleraar Sportontwikkeling van U.U..
Maarten van Bottenburg is sinds de maand november 2004 bijzonder hoogleraar. De van huis uit
sportsocioloog van Bottenburg (http://www.mulierinstituut.nl/medewerkers/?ID=5) studeerde cum laude af in 1994 met als proefschrift ‘Verborgen competitie’. Daarin onderzocht hij het wereldwijde karakter van sport en de specifieke ontwikkelingen per land. Voor zijn huidige hoofdwerkgever, het Mulier instuut moet hij ‘onderzoek verrichten naar de condities, mogelijkheden, gevolgen en grenzen van commercialisering, professionalisering en globalisering in de sport.’ (persbericht)
De kosten van de bijzondere leerstoel zijn voor het W.J.H. Mulier Instituut, die eerder dit jaar zijn centen stak in de bijzondere leerstoel Sporteconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen. (nu.nl: Jurryt)
Onlangs sprak de professor op een een lezing bij het Bureau Internationale Militaire Sport in Soesterberg zijn gehoor toe over sportclubs. Hij adviseert sportverenigingen om hun vizier op de senioren te richten. " Met de groeiende vergrijzing moeten clubs zich meer richten op de wensen van mensen tussen de vijftig en tachtig jaar". Om de sportclubs aantrekkelijker te maken voor ouderen, is inmiddels een Taskforce Sport en Bewegen 50-plussers opgericht. Hierin zitten vertegenwoordigers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de sportkoepel NOC*NSF en het Nederlands Instituut voor Sport en Beweging (NISB).
De mensen die geboren zijn in de grofweg eerste tien jaar na WO II worden doorgaans aangeduid als Babyboomers (demografische term). Deze generatie heeft een aantal gemeenschappelijke ervaringen. Ze maakte kennis met de stijgende naoorlogse welvaart, en ging studeren, kochten realtief goedkoop een huis, profiteerden van de vele regelingen (oa. pensioen) enz.. Kortom: het is de babyboomers nagenoeg altijd voor de wind gegaan.
In 1998 schreef Pim Fortuyn het boe de Babyboomers. Hij verweet daarin zijn generatie genoten onverantwoord te zijn omgegaan met de maatschappelijke instituties waarover zij het beheer kregen. Sinds de gemiddelde levensduur van een man is toegenomen met zo’n vijf jaar in de afgelopen vijfitg jaar nemen ook andere problemen toe. Voor vrouwen nam de gemiddelde levensduur in dezelfde periode -1950 en 2002- toe van 72,7 jaar tot 80,7 jaar. De verwachting is dat deze stijging ook in de nabij toekomst doorzet. Dit heeft dan tot gevolg dat ook na 2030 er verhoudingsgewijs meer ouderen zullen zijn.
Van Bottenburg wil deze groep blijven vertroetelen en de sportclubs moeten extra aan de bak. Zoals hij eerder al zij als lector: There is no business like sportbusiness’. En dus moet een task force (TF) het werk in kaart brengen: (TF = a temporary unit of formation established to work on a single defined task or activity. Originally introduced by the USA navy, the term has now caught on for general usage and is a standard part of NATO terminology. Many non-military organizations now create "task forces" or task groups for temporary activities that might have once been performed by ad hoc committees (eng. Wikipedia))
Zoals het Engels oprukt in de Nederlandse taal zo rukt de vergrijzing op in de verenigingen van Nederland. Nu maar hopen dat de opa’s en oma’s graag visite over de vloer krijgen.
Er moet dus brod op de plank bij de bijzonder hoogleraar Sportontwikkeling van U.U..
Maarten van Bottenburg is sinds de maand november 2004 bijzonder hoogleraar. De van huis uit
sportsocioloog van Bottenburg (http://www.mulierinstituut.nl/medewerkers/?ID=5) studeerde cum laude af in 1994 met als proefschrift ‘Verborgen competitie’. Daarin onderzocht hij het wereldwijde karakter van sport en de specifieke ontwikkelingen per land. Voor zijn huidige hoofdwerkgever, het Mulier instuut moet hij ‘onderzoek verrichten naar de condities, mogelijkheden, gevolgen en grenzen van commercialisering, professionalisering en globalisering in de sport.’ (persbericht)
De kosten van de bijzondere leerstoel zijn voor het W.J.H. Mulier Instituut, die eerder dit jaar zijn centen stak in de bijzondere leerstoel Sporteconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen. (nu.nl: Jurryt)
Onlangs sprak de professor op een een lezing bij het Bureau Internationale Militaire Sport in Soesterberg zijn gehoor toe over sportclubs. Hij adviseert sportverenigingen om hun vizier op de senioren te richten. " Met de groeiende vergrijzing moeten clubs zich meer richten op de wensen van mensen tussen de vijftig en tachtig jaar". Om de sportclubs aantrekkelijker te maken voor ouderen, is inmiddels een Taskforce Sport en Bewegen 50-plussers opgericht. Hierin zitten vertegenwoordigers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de sportkoepel NOC*NSF en het Nederlands Instituut voor Sport en Beweging (NISB).
De mensen die geboren zijn in de grofweg eerste tien jaar na WO II worden doorgaans aangeduid als Babyboomers (demografische term). Deze generatie heeft een aantal gemeenschappelijke ervaringen. Ze maakte kennis met de stijgende naoorlogse welvaart, en ging studeren, kochten realtief goedkoop een huis, profiteerden van de vele regelingen (oa. pensioen) enz.. Kortom: het is de babyboomers nagenoeg altijd voor de wind gegaan.
In 1998 schreef Pim Fortuyn het boe de Babyboomers. Hij verweet daarin zijn generatie genoten onverantwoord te zijn omgegaan met de maatschappelijke instituties waarover zij het beheer kregen. Sinds de gemiddelde levensduur van een man is toegenomen met zo’n vijf jaar in de afgelopen vijfitg jaar nemen ook andere problemen toe. Voor vrouwen nam de gemiddelde levensduur in dezelfde periode -1950 en 2002- toe van 72,7 jaar tot 80,7 jaar. De verwachting is dat deze stijging ook in de nabij toekomst doorzet. Dit heeft dan tot gevolg dat ook na 2030 er verhoudingsgewijs meer ouderen zullen zijn.
Van Bottenburg wil deze groep blijven vertroetelen en de sportclubs moeten extra aan de bak. Zoals hij eerder al zij als lector: There is no business like sportbusiness’. En dus moet een task force (TF) het werk in kaart brengen: (TF = a temporary unit of formation established to work on a single defined task or activity. Originally introduced by the USA navy, the term has now caught on for general usage and is a standard part of NATO terminology. Many non-military organizations now create "task forces" or task groups for temporary activities that might have once been performed by ad hoc committees (eng. Wikipedia))
Zoals het Engels oprukt in de Nederlandse taal zo rukt de vergrijzing op in de verenigingen van Nederland. Nu maar hopen dat de opa’s en oma’s graag visite over de vloer krijgen.
Comments