DE stem.

De eerste keer kan ik me niet direct voor de geest halen. Wel weet ik nog wanneer ik me er meer bewust van werd; DE stem.

Het was volgens mij begin jaren tachtig dat Wil Westphal een soort van column schreef in het Noord-Hollands dagblad. Hij beschreef hoe de jeugd op de atletiekbaan, in Hoorn, in actie was en hoe ze van onderdeel naar onderdeel gingen. ‘Geholpen’ door DE stem uit de luidsprekers. Als een imker met zijn pijp naar de korven zo zwermden de kinderen over de baan, schreef Wil.
Die twee zaken: atletiek en kinderen kwamen ook terug in het vernietigende oordeel van Koos Koumans toen hij bij gelegenheid sprak over DE stem: “Die schoolmeester die veel te enthousiast is. Dat kan bij jeugdwedstrijden maar ik hoop niet dat ze hem een nationale status geven…” (om daarna een bekende Groningse speaker te kapitelen over een verkeerd genoemde prestaties).
Koos kreeg ongelijk. Rien leerde, verbeterde en groeide. Rien Stout werd DE stem van de atletiekbaan. Voor de huidige generatie was er soms geen weekend zonder DE stem. Opgegroeid met de begeleiding van Rien bij de grote jeugdkampen, en jeugdwedstrijden, later dus als een van de toon aangevende nationale omroepers bij bijna alle grote wedstrijden die in Nederland georganiseerd zijn.
Rien kon zich, in tegenstelling tot mij, wel vaak de eerste keer voor de geest halen. Dat kon dankzij zijn schriftje. Bij iedere gelegenheid werd er een schriftje bijgehouden. Aantekeningen, notulen, opmerkingen en ook de welkoms woorden voor bij de interlands (alle categorien!). Dat begon dan vaak met het openen van een oud schoolschriftje en met woorden: "ik weet nog goed dat…" na zijn bekende intro van: Jongens en meisjes, beste mensen....

Puttend uit een selectief verleden kan ik dit zeggen. Ik weet nog goed…. we gingen naar de wereldkampioenschappenjunioren atletiek. Rien had de algemene leiding en ik de technische leiding. Samen gingen we ‘even’ wat regelen. Rien drentelde maar heen en weer. Haalde ergens koffie, snaaide wat te eten, probeerde bij de balie voor te dringen. Hij foeterde dat het zo lang duurde. Ik sprak keer op keer met de dame achter de balie. Rien dommelde wat in een stoel. De tas als steuntje onder zijn ellebogen. In die tas zat alles. Zijn papieren maar ook al het geld. Al het geld voor de trip in baar geld. Ik snap niet dat jij zo rustig kan blijven zei hij. Terwijl ik dacht hoe kun je nou zo rustig gaan zitten slapen. Na een uur hadden we toch onze kamers.
Rien had altijd het beste met de atletiek voor. De jeugdcrossen, de schoolatletiek, de veteranen-competitie, het baancircuit, de jeugdcie. Overal had hij een stem in. Dat was soms lastig want je kon dus ook moeilijk om Rien heen. Het goede was dat hij daar niet voor zichzelf zat en altijd wilde verbeteren.
Op een van onze trips hadden we het uitgebreid over de rol van de staf en hoe dat al jaren ingevuld werd op een manier zoals dat ooit door iemand bedacht was. We hebben toen harde woorden gesproken tegen elkaar met als gemeenschappelijke boodschap: waarom bemoei jij je daar mee? Later bleek Rien daar heel veel werk te hebben gemaakt en werd de begeleiding anders ingevuld. Rien werkte ook veel en hard op de achtergrond.
We kregen een aparte band met elkaar en Rien bleef iedere keer weer een bedankbriefje/mailtje sturen als we even contact hadden gehad. Dat zal ik wel missen maar het meeste zal ik dat geluid op de baan missen. DE stem. In de loop van de tijd veranderde de rol van de omroeper en Rien veranderde mee. Kreeg ook een oortje in en luisterde naar de regie. De regie was hij de laatste tijd kwijt. De regie over zijn eigen leven en lijf.
De regie die hij zelf jaren voerde bij de wedstrijd in Hoorn. De regie die hij zelf zo graag deed bij de juniorenkampioenschappen. Maar hij wilde zo graag door. Enthousiast, stimulerend en vol op meeleven met de jonge atleet. Hij was dan ook verbaasd toen ik een keer zei dat de meeste speakers me enorm irriteerden. Hoezo dan, zei hij terwijl hij met zijn hand over zijn hoofd aan de andere kant wat haar naar achter duwde en over zijn brilletje schuin naar me op keek. Ze zeggen altijd: U zag net een verre stoot van Rutger Smit, zei ik, nou die zag ik niet want ik wist niet eens dat hij moest stoten. Hij keek me peinzend aan,” Gerard, ik zal het nooit meer zeggen. Wat goed zeg, dankjewel”.
"Jongens en meisjes", geen verhalen meer uit de oude doos, geen anekdote over Kees Koppelaar, geen debutanten badge, geen welkom bij een baancircuitwedstrijd, geen “mag ik het zeggen, jawel toch….”. Geen commentaar.


Wegstervend geluid.

Rien Stout is dood.

DE stem zwijgt.

De atletiekbaan leeg.


Bij de hemelpoort staat nu naast Petrus een man met een schriftje en terwijl de deur op een kiertje staat horen we DE stem: “Nee hoor, hij wil wel maar kan niet meer, het is zwoegen geblazen, het is met het rode shirt de atleet van Hollandia, die als eerste de bocht naar de finish uit komt….”


GL:
* eerste publicatie 08.50 am op 29 juni 2011, later gecorrigeerd.
nu versie vijf 01 29/6/2011

Comments

Bjorn Paree said…
Mooi geschreven,
Ton de Kort said…
Petje af, Gerard! Prachtige woorden over een bijzonder mens.
Wim Cozijn said…
Een fijn mens, op een mooie manier door Gerard herdacht.
Rien, we zullen lang aan hem terugdenken...
Bo Stout said…
Dankjewel voor je lieve woorden over mijn grootvader, ze zijn een grote troost.

Popular Posts