heem-stede




Op de fiets voor een rondje. Het was een mooie vrijdagochtend en er was nauwelijks wind. In een uurtje had ik al heel wat veranderingen gezien in het landschap. Zo is het stuk langs de zuidkant van Eemskanaal is behoorlijk onder handen genomen richting Middelbert en daarna is er het plan met de Meerdorpen en natuurlijk Meerstad (buiten wonen in de Stad, ofzoiets). Ik realiseer me dat de grote stad waar ik heel vroeger met mijn moeder misschien 1x per jaar kwam, in de loop der tijden wel is gegroeid maar nog steeds een dorp is als ik het vergelijk met de andere steden waar ik buiten Nederland gewoond heb: Doha, Uberlandia en Rio de Janeiro in Brazilië, Beijing en Riyadh,   
 
Ik besluit om een foto te maken bij de uitstroom van het Slochterdiep. Door sommige Groningers nog steeds Rengersdiep genoemd. Want het 15 kilometer lange Slochterdiep werd in 1659 gegraven in opdracht van Osebrandt Johan Rengers, die toen de heer van Slochteren was. Vandaar. Maar de verstokte groep die het nog zo noemt is  in aantal danig geslonken in de loop der tijd.
Deze weg heb ik veel gefietst. Ik word er ook altijd een beetje nostalgisch van. Bij Swaartdam besluit ik rechtsaf te gaan dwars door het Hooiland. Ik stop even om een foto te maken van twee buizerds in een boom. Op het moment dat ik stop, vliegt de een direct op. Jammer. Ook jammer is de horizonvervuiling van de windmolens bij Meeden en ook richting Delfzijl. Verder ben ik nog steeds niet gewend aan het feit dat akkerbouw en veeteelt ver zijn terug gedrongen. Hoewel we nu wel worden verwend met ‘natuur’. 
Wat is er toch veel natuurgebied gekomen rondom Stad. Dat is ook weer genieten: in de Onlanden, bij de petgaten en baggerputten en in het Roegwold.  Heel anders dan van wisselende gewassen met aardappelen, bieten of koren en dartelende koeien. Maar ik kan wel erg blij van worden als ik de zeearend, zilver reiger of grauwe kiekendief zie. De hang naar vroeger is voor even weg
Ik rij tegen de boerderij van Vrieling aan op de T-slitsing met de Hoofdweg. De familie Vrieling woont er al lang niet meer. Maar de boerderij is grotendeels het zelfde als toen ik langs kwam op weg naar school. Eerst de kleuterschool en later de lagere school toen de kruising nog niet bestond.  Zo zijn de bewoners van toen in de loop van de tijd allemaal vervangen door nieuwe gezichten. Voor mij onbekende gezichten in een bekende woning. Ik herken de omgeving en zie de oude gezichten voor me. Het is een bekend gevoel. Het is herkenbaar. Ik rij er langs maar het voelt huiselijk.


Als ik hoor dat ook de laatste bekenden van rijtje bij mijn geboortehuis zijn verhuisd, overvalt me opnieuw dat nostalgische gevoel. 
Het gevoel iets belangrijks of dierbaars te zijn kwijtgeraakt is sterk maar het leidt niet tot heimwee gevoelens bij me. Niet het terug willen naar de tijd maar het verlies van iets wat me heel dierbaar is. Ieder bezoek komt dit naar boven. Alles is bekend aan de buitenkant maar wat er zich afspeelt achter de gevels is vreemd. 
Vervreemd is misschien het woord. Ben ik vervreemd van mijn geboortegrond? Ik voel me er direct weer thuis maar er is geen verbinding. Het was ooit thuiskomen maar hoe mooi het huis ook lijkt het gevoel is anders. Er huist dus iets vreemds achter de gevels. Ik realiseer me ook dat het vroeger bij mij niet bekend was wat er zich allemaal afspeelde. Pas veel later hoorde ik van echtelijke problemen, incest, alcoholisme en huiselijk geweld. Ik had geen idee.  

Ik voelde me wel, nu ik er over nadacht een mavo-klant. Wat het meeste hielp, voor mij, op de MAVO was de kleinschaligheid en het schoolse systeem onder leiding van Klaas Vos. Het was schools met huiswerk, het was een kleine gemeenschap met aandacht voor elkaar en het was ‘netjes’. Geen rare dingen, wel regeltjes en ook strafwerk: peuken ruimen, groenstrook doorwerken met de prikstok, fietsenstalling schoonvegen etc..

Waar kwamen ze terecht of hoe kwamen ze terecht die ulo biggen cq mavo-klanten? Een klein groepje sprak ik veertig jaar na het examen om onze reünie voor te bereiden. We waren verspreid over de vier economie sectoren.  We waren het eens dat we de keuze om daarna nog een (hbo) studie te doen niet bij ons was opgekomen. De rest sprak ik op de reünie en de meeste waren na de mavo een beroepsopleiding gaan doen, ook een grote groep door naar de HAVO (soort van uitgestelde beroepskeuze) en niemand direct aan het werk dacht ik. Wel was het gros in de provincie blijven wonen en werken, soms zelfs in hetzelfde dorp. Dat werkt bevreemding in de hand. Zeker als je zo als ik over grenzen ga, over grenzen reist, grenzen opzoekt en ook over grenzen heen kijkt. 

Als ik Harry spreek die later vijf jaar leraar geweest op onze mavo (toen genaamd Fivel-college) herkent hij dingen. Want hij heeft persoonlijk te maken gehad met grenzen. Hij mag dan nog steeds en heel mooi in Slochteren wonen het is wel iemand met een wijde blik. We hadden dan wel docenten van buiten de gemeente Slochteren maar ze waren toch wel bekrompen in hun denken en beperkt in hun kennis. Zij die dat niet waren bleven niet lang, zoals de geboren Fries Sjouke Sytema. We waren het er snel over eens dat het docentencorps van de Nijenborg van een andere klasse was. Als ik weer eens hakkelend Duits spreek of met moeite een Franse zin kan ontlenen denk ik altijd aan de slechte lessen van toen op de MAVO.

Heel toevallig kom ik in gesprek met Anouk op het terras van cafe de Minnaar die ook uit de Woldstreek blijkt te komen. Binnen no-time hebben we het over dit: je voelt je Groninger maar bent thuis in de wereld buiten het dorp, Stad en Nederland. Beide hebben we niet het idee om neer te strijken, de vleugels op te bergen en alleen nog maar te dromen van uitvliegen.
  
Nog bekenden gezien? Dat was lang geleden iedere keer de vraag als ik terug was. Meer en meer is het antwoord: nee niemand. Niet in Slochteren, niet in Stad en ook niet in Haarlem. Wel heel veel mensen gesproken trouwens van over de hele wereld. Maar ja, zo vreemd is dat ook niet als je 45 jaar weg bent uit de Woldstreek dat je geen bekenden treft. Ik moet het doen met het gezegde je kan iemand wel uit Groningen halen maar niet de Groninger uit de persoon. 

Het boertje uit Slochteren, de reddingsboei van naoorlogs Nederland, gaat weer de wijde wereld in. Gain tied veur ons aigen haimstee in Stad.

Of zoals LOML zegt: living oceans apart together and let the universe decide.
Op de fiets, zonnetje erbij, wind in het gezicht of in de rug, bijna geruisloos op weg. Genieten.

(In dit stuk zitten delen verwerkt uit eerdere berichten)

Comments

Popular Posts